La lecture à portée de main
Vous pourrez modifier la taille du texte de cet ouvrage
Vous pourrez modifier la taille du texte de cet ouvrage
Description
Emmenez partout avec vous votre kit de survie en milieu néerlandophone !
Vous voulez avoir l'air d'un Flamand ou d'un Hollandais pur jus en ayant les bons mots et les bonnes expressions à tout moment ? Ne cherchez plus !
Cet ouvrage est indispensable pour voyager et converser en Belgique et aux Pays-Bas sans soucis. Plus qu'un lexique de vocabulaire, il présente le parler courant et la conversation en néerlandais. Découvrez donc les phrases, les formulations et les expressions idiomatiques conformes à toutes les situations du quotidien et qui vous aideront à survivre en milieu néerlandophone sans être pris de panique lorsqu'on vous adresse la parole.
Tous les domaines sont abordés : en famille, en transports, au restaurant, au travail, pendant les loisirs, etc.
Sujets
Informations
Publié par | First Editions |
Date de parution | 13 décembre 2012 |
Nombre de lectures | 105 |
EAN13 | 9782754050357 |
Langue | Français |
Poids de l'ouvrage | 1 Mo |
Informations légales : prix de location à la page 0,0015€. Cette information est donnée uniquement à titre indicatif conformément à la législation en vigueur.
Extrait
Theodoor Puttemans
À Dominique, la femme de ma vie.
Les 800 expressions pour tout dire en néerlandais
© Éditions First-Gründ, 2012
Cette œuvre est protégée par le droit d’auteur et strictement réservée à l’usage privé du client. Toute reproduction ou diffusion au profit de tiers, à titre gratuit ou onéreux, de tout ou partie de cette œuvre est strictement interdite et constitue une contrefaçon prévue par les articles L 335-2 et suivants du Code de la propriété intellectuelle. L’éditeur se réserve le droit de poursuivre toute atteinte à ses droits de propriété intellectuelle devant les juridictions civiles ou pénales.
ISBN : 978-2-7540-3906-2
ISBN Numérique : 9782754050357
Dépôt légal : décembre 2012
Édition : Benjamin Ducher
Corrections : Valérie Gios
Mise en page : Olivier Frenot
Éditions First
60, rue Mazarine
75 006 Paris
Tél. 01 45 49 60 00
Fax 01 45 49 60 01
E-mail : firstinfo@efirst.com
Site Internet : www.editionsfirst.fr
Un Petit Livre à mettre dans votre poche pour faire face à toutes les situations de la vie de tous les jours.
Pour « mettre à jour » le néerlandais que vous avez appris au cours de votre scolarité ; pour pouvoir communiquer dans un des pays de langue néerlandaise ; pour pouvoir parler à des étrangers en visite chez vous ou dans votre travail…
Vous recherchez un ouvrage facile à emporter partout ? Ce Petit Livre est fait pour vous.
Comment ça marche ?
Quatorze chapitres
Près de 800 expressions sont classées selon la situation dans laquelle vous vous trouvez ; comment saluer quelqu’un que vous rencontrez, comment parler du temps qu’il fait, que dire en entrant dans un magasin – ou si vous devez consulter un médecin, comment faire quand on est au restaurant, etc. Et puis, vous aurez peut-être besoin de rencontrer des collègues néerlandophones et de parler de votre travail.
Des petits encadrés vous apporteront les informations pratiques pour répondre à des besoins particuliers ou pour aider à choisir les bons mots.
Le Petit Livre est fait pour vous servir, chaque fois que vous en avez besoin.
Des annexes
Un petit rappel de l’essentiel des points de grammaire indispensables : formes verbales, pronoms et adjectifs possessifs et, bien sûr, les verbes irréguliers qu’on ne peut ignorer.
Comment faire ?
Le sommaire vous donne la liste des situations avec le détail de chaque chapitre. Nous partons toujours du français pour donner la traduction en dessous.
Les mots et phrases en néerlandais sont écrits en italique pour bien les différencier du français. Mettez ce Petit Livre dans votre poche ! Il est là pour vous servir à tout moment.
Chapitre 1
•
BEGINNEN BIJ HET BEGIN
GROETEN
Dag! / Da-ag!
Goedemorgen.
Goeiemiddag.
Goedenavond.
Très bien, merci.
Hoe gaat het met u?
Goed, dank u.
Ça va.
Hoe is’t?
Alles O.K.
En met u?
Met mij gaat het goed.
Aangename kennismaking.
– Insgelijks.
Blij je te ontmoeten.
Aangename kennismaking.
Tjonge, wat een lange tijd dat we je niet gezien hebben.
Wat nieuws?
ENCHANTÉ
Quand vous vous rencontrez pour la première fois, le néerlandais se sert de formules sobres. Entre jeunes, il suffit de dire :
Jan de Coninck.
Hallo. Johan Meesters.
– Jan de Coninck.
VOORSTELLEN
Hallo. Ik ben Jan Opdebeek.
Dit is mijn vriendin Rhea.
Hallo Rhea. Ik ben Anne.
Dit is mijn vader, meneer Opdebeek.
Ik wil u graag voorstellen aan mijn beste vriend.
Mag ik Peter aan u voorstellen?
QUI PRÉSENTER ?
mijn broer (mon frère) / mijn zus (ma sœur) / mijn leraar (mon prof) / mijn lerares (ma prof) / mijn partner (mon compagnon, ma compagne) / mijn vriendin (mon amie) / mijn baas (mon patron) / mijn collega (mon, ma collègue), etc.
PERSOONLIJKE GEGEVENS
Pierre Martin.
Hoe heet u?
Pierre Martin.
Ik heet Pierre Martin.
J’ai 27 ans.
Hoe oud bent u?
Ik ben 27.
Ik ben 27 jaar oud.
Wanneer is je verjaardag?
Wanneer ben je jarig?
Wanneer ben je geboren?
Ik ben op 5 november geboren.
Waar woont u?
Uit welk land komt u?
Uit welke stad komt u?
Wilt u mij uw adres geven?
Hier is mijn identiteitskaart.
Vergeet uw paspoort niet.
Wat doet u?
Waar werkt u?
Wat doet je voor de kost?
Wat doet je voor je boterham?
Quel est votre métier ?
Wat is uw beroep?
QUESTIONS DE NOMS, IL Y A DE QUOI S’Y PERDRE
Le prénom :
De voornaam
Le nom de famille, le patronyme :
De achternaam, de familienaam
Prénom et nom de famille :
De naam
Le nom de jeune fille :
De meisjesnaam
Le surnom :
De bijnaam, de spotnaam
UITNODIGEN
Wat doet u morgen?
Zou u het leuk vinden te komen dineren?
Ik zou u willen uitnodigen voor de lunch.
En als we eens naar de bioscoop gingen?
Wilt u dat ik even meeloop?
EEN UITNODIGING AANVAARDEN
Natuurlijk. Bedankt voor de uitnodiging.
Dank u. Dat lijkt leuk.
Wanneer is het?
Op welke dag is het?
Om hoe laat begint / eindigt het?
OK. Zullen we om 4 uur afspreken?
EEN UITNODIGING WEIGEREN
Nee. Dank U.
Ik kan niet. Het spijt me.
Het spijt me. Ik moet mijn trein nemen.
Het spijt me. Op dat uur heb ik een rendez-vous.
Ik dacht die avond niet uit te gaan.
IEMAND ONTVANGEN
Welkom!
Hallo ! Kom binnen!
Bent u zeker dat u niet binnenkomt?
Wat aardig van u om eens langs te komen.
Mag ik u iets te drinken aanbieden?
AFSCHEID NEMEN
Ik moet nu gaan.
Wilt u mij verontschuldigen alstublieft? Ik moet nu gaan.
Het was leuk u te ontmoeten.
Ik heb me goed geamuseerd.
Bedankt voor de uitnodiging.
Nogmaals bedankt voor de uitnodiging.
Kom goed thuis!
Dank je. Tot ziens. Hou je goed.
We houden contact, hè?
Als je nog eens naar Parijs komt, laat het me dan weten.
Geniet nog van je reis.
EEN gesprek BEGINNEN
Lekker weer, hè?
Mooie dag, hè?
Hebt u het naar uw zin?
Kent u veel mensen hier?
Wat is er aan de hand?
Wat krijgen we nou?
Bent u een vriendin van mevrouw Vandenbossche?
Hoe kent u haar?
Ik haal wat te drinken. Wilt u ook iets?
Bent u hier al geweest?
ZICH VERONTSCHULDIGEN
Pardon mevrouw / meneer. Hoe laat is het?
Sorry dat ik u heb laten wachten.
Het spijt me echt.
Sorry dat ik op uw voet heb getrapt.
Wilt u mij verontschuldigen?
Chapitre 2
•
GEVOELENS
VAN IETS HOUDEN… NIET VAN IETS HOUDEN…
Ik lees graag misdaadromans.
Ik ga graag met vrienden uit.
Ik geef niets om het huishouden te doen.
Stoort het als ik het raam opendoe?
Nee, dat geeft niet.
Nee, doe maar.
Nee hoor. Ga je gang!
Ik hou niet van dat soort muziek.
Ik heb een hekel aan strijken.
Ik heb geen zin om vanavond (naar de) televisie te kijken.
Als we eens uitgingen in de plaats?
Heb je zin in een restaurant?
Hebt u zin om vanavond naar de bioscoop te gaan?
Ik ben gek op basketbal maar ijshockey verdraag ik niet.
WENSEN
Veel geluk!
Gelukkige verjaardag!
Ik ga hem mijn nieuwjaarswensen sturen.
Mijn (aller)beste wensen.
Veel geluk en voorspoed.
Het zou leuk zijn als we daar allemaal (samen) naar toe gingen.
Ik zou alles ter wereld geven om daar bij te kunnen zijn.
Was ik (toch) maar miljardair!
Hield het toch maar op met regenen!
Was-ie toch maar hier!
Je had haar gezicht moeten zien!
AANMOEDIGEN
Gelukgewenst!
Hartelijke gelukwensen!
Volhouden, ouwe meid ! Je komt er!
Vooruit, jongens. Het moet lukken !
TOUS LES GARÇONS ET LES FILLES
Sachant que de jongen / de jongens signifie le garçon / les garçons, il n’est pas inhabituel d’utiliser ce nom masculin pluriel pour s’adresser à un groupe soit mélangé, soit composé que de filles :
Kom, jongens.
Dag jongens allemaal.
Hoe gaat het vandaag met de jongens?
ONVERSCHILLIGHEID
Dat is me om het even.
Dat kan me niet(s) schelen.