EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL HOGE AUTORITEIT Rede van de HEER RENÉ MAYER VOORZITTER VAN DE HOGE AUTORITEIT voor de Gemeenschappelijke Vergadering Gewone Zitting 1956-1957 Straatsburg 14 MEI 1957 REDE van de HEER RENÉ MAYER voor de Gemeenschappelijke Vergadering te Straatsburg 14 Mei 1957 Mijnheer de Voorzitter, Mijne Heren, Dank zij U zal mijn taak dit jaar zo niet lichter, dan toch eenvoudiger zijn. De Vergadering heeft immers het vorig jaar de wens uitgesproken, dat het jaarverslag van de Hoge Autoriteit niet louter beschrijvend zou zijn. Uwerzijds is er op aangedrongen dat in dit verslag, dat thans sinds enkele weken in Uw bezit is, door de Hoge Autoriteit, zoals zij daartoe verplicht is, niet alleen een beeld wordt gegeven van de door haar gedurende het dienstjaar 1956/1957 verrichte werkzaamheden, doch dat daarnaast tevens de voornaamste gegevens zouden worden aangeduid, welke bepalend zijn voor het door haar te volgen beleid ten aanzien van de voornaamste vraagstukken, waarvoor de Gemeenschap zich na vier jaar werking van de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal geplaatst ziet of nog steeds geplaatst ziet. In dit verband bevat het onderhavige verslag en meer in het bijzonder de inleiding vele gegevens waarop ik thans niet nader zou willen ingaan.