1992 en daarna
106 pages
Nederlandse
Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres
106 pages
Nederlandse
Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres

Description

DOELSTELLING in de Europese Gemeenschappen BíL-ürtÍLií///M Q -4Ώ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN 1992 en daarna door John Palmer DOCUMENT NOTA BENE Dit werk is van de hand van een onafhankelijk auteur. Het is bedoeld als een bijdrage tot het openbaar debat over de Europese opbouw. De daarin voorkomende meningen worden niet noodzakelijk in alle opzichten door de Commissie van de Europese Gemeenschappen gedeeld. Het bindt slechts zijn auteur. Deze uitgave is eveneens verkrijgbaar in het ES ISBN 92-826-0126-9 DAN 92-826-0127-7 DE ISBN 92-826-0128-5 GR ISBN 92-826-0129-3 EN ISBN 92-826-0088-2 FR ISBN 92-826-0130-7 IT ISBN 92-826-0131-5 PTN 92-826-0133-1 Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publikatie. Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen, 1990 ISBN 92-826-0132-3 Catalogusnummer: CB-56-89-861 -NL-C © EGKS-EEG-EGA, Brussel · Luxemburg, 1990 Printed in the FR of Germany Inhoud Voorwoord en dankbetuiging 5 Hoofdstuk 1 — Situatieschets 7 Hoofdstuk 2 — Kosten van een niet-verenigd Europa 23 Hoofdstuk 3 — Een nieuwe start voor de Gemeenschappen 39 Hoofdstuk 4 — De nieuwe agenda 4Hoofdstuk 5 — Is dit alles haalbaar? 6Hoofdstuk 6 — Op weg naar Europa-2000 81 Voorwoord en dankbetuiging De aanvankelijke opzet van dit boek was verslag uit te brengen van het programma „1992", de datum die het universele symbool van de voltooide Europese interne markt is geworden.

Informations

Publié par
Nombre de lectures 21
Langue Nederlandse
Poids de l'ouvrage 2 Mo

Extrait

DOELSTELLING
in de Europese Gemeenschappen BíL-ürtÍLií///M Q -4Ώ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
1992 en daarna
door John Palmer
DOCUMENT NOTA BENE
Dit werk is van de hand van een onafhankelijk auteur. Het is bedoeld als een bijdrage tot het openbaar debat over de
Europese opbouw. De daarin voorkomende meningen worden niet noodzakelijk in alle opzichten door de Commissie
van de Europese Gemeenschappen gedeeld. Het bindt slechts zijn auteur.
Deze uitgave is eveneens verkrijgbaar in het
ES ISBN 92-826-0126-9
DAN 92-826-0127-7
DE ISBN 92-826-0128-5
GR ISBN 92-826-0129-3
EN ISBN 92-826-0088-2
FR ISBN 92-826-0130-7
IT ISBN 92-826-0131-5
PTN 92-826-0133-1
Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publikatie.
Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen, 1990
ISBN 92-826-0132-3
Catalogusnummer: CB-56-89-861 -NL-C
© EGKS-EEG-EGA, Brussel · Luxemburg, 1990
Printed in the FR of Germany Inhoud
Voorwoord en dankbetuiging 5
Hoofdstuk 1 — Situatieschets 7
Hoofdstuk 2 — Kosten van een niet-verenigd Europa 23
Hoofdstuk 3 — Een nieuwe start voor de Gemeenschappen 39
Hoofdstuk 4 — De nieuwe agenda 4
Hoofdstuk 5 — Is dit alles haalbaar? 6
Hoofdstuk 6 — Op weg naar Europa-2000 81 Voorwoord en dankbetuiging
De aanvankelijke opzet van dit boek was verslag uit te brengen van het programma „1992", de
datum die het universele symbool van de voltooide Europese interne markt is geworden. In de
maanden die volgden na het verzoek van de Europese Commissie om dit boek te schrijven, is
een veel uitvoeriger discussie over de toekomst van de Europese Gemeenschap op gang geko­
men. Het was onvermijdelijk dat ook ik werd aangestoken door de opwinding die deze discussie
teweeg heeft gebracht, zodat dit boek niet zozeer een historisch verslag van het ontstaan van
de geïntegreerde markt is geworden, als wel een poging om de verschillende scenario's te onder­
zoeken van de toekomst die de volkeren van Europa tot 1992 en daarna te wachten staat.
Mijn dank gaat uit naar de Commissie, niet alleen omdat zij mij gevraagd heeft het boek te
schrijven, maar ook omdat zij erop heeft aangedrongen dat de toekomstvisie in dit boek van
zuiver persoonlijke aard zou zijn. Ik ben erkentelijk dat ik de volledige vrijheid heb gekregen
ome standpunten en inzichten onder woorden te brengen — die overigens niet alle
door de Commissie zullen worden onderschreven. Verder dank aan mijn oud-collega Alex Scott
voor al zijn hulp bij de verwezenlijking van dit project, evenals aan mijn vele vrienden bij de
instellingen van de Europese Gemeenschap, die helaas anoniem moeten blijven maar die zo
vriendelijk zijn geweest het manuscript te lezen en de belangrijkste onjuistheden te corrigeren.
Het spreekt vanzelf dat zij op generlei wijze verantwoordelijk zijn voor eventueel nog resterende
feitelijke onjuistheden of beoordelingsfouten, noch voor de soms controversiële uitspraken mij­
nerzijds over bepaalde aspecten van communautaire aangelegenheden. Mijn oprechte dank
gaat ook uit naar Gay Kavanagh voor al haar inspanningen, zonder welke nooit een begrijpelijk
manuscript zou zijn ontstaan. Tenslotte een woord van dank aan mijn langdurig beproefde fami­
lie en vrienden die zich de stress en de spanningen waarmee het schrijven van dit boek gepaard
is gegaan hebben laten welgevallen. Hoofdstuk 1
Situatieschets
„Moge u in een belangwekkende tijd leven", is een oude Chinese groet. Welnu, dit is niet alleen
een belangwekkende, maar zelfs een opwindende tijd om Europese aangelegenheden te be­
schrijven en te analyseren.
Na jaren van stagnatie en introspectie maakt Europa thans belangrijke economische en politie­
ke veranderingen door. Onder de volkeren in de meeste landen van de Gemeenschap bestaat
een duidelijke behoefte aan grotere Europese eenheid. De recente stappen in de richting van
een sterkere Europese integratie zijn, hoewel aarzelend, door de buitenwereld veel ernstiger ge­
nomen dan sinds het begin van de jaren vijftig ooit het geval is geweest.
Ik heb het over „Europa". Maar natuurlijk wordt hiermee voorbijgegaan aan de vraag: welk Eu­
ropa? Er zijn nog steeds een aantal verschillende „Europa's", en we kunnen beter van meet af
aan duidelijk maken welk Europa wij bedoelen. Dit boek gaat over de ontwikkelingen in de Eu­
ropese Gemeenschap van twaalf landen en in het bijzonder over het plan om tegen het einde
van 1992 een geïntegreerde Europese markt van meer dan 300 miljoen mensen tot stand te
brengen.
De Europese Gemeenschap is het economische en politieke centrum van West-Europa en werkt
in toenemende mate als een magneet op een groot aantal landen van Midden- en Oost-Europa.
De markt van 1992 — en de vele economische, politieke en sociale veranderingen die daaruit
zullen voortvloeien — heeft derhalve verstrekkende gevolgen voor Europa als geheel.
Dat is een van de redenen waarom bij voorbeeld de zes landen van de Europese Vrijhandelsasso­
ciatie er zo op gebrand zijn een „gemeenschappelijke Europese economische ruimte" met de
landen van de EG tot stand te brengen. En het vormt tevens een gedeeltelijke verklaring voor
de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning die is gesloten tussen de Europese Gemeenschap
en de Raad voor Economische Samenwerking (Comecon), en voor de onderhandelingen over
nieuwe handels- en samenwerkingsovereenkomsten tussen de EG en afzonderlijke Comecon-
landen. Dergelijke overeenkomsten zijn al geslotenn de Gemeenschap en Hongarije en
Polen.
Het interne marktprogramma heeft uiteraard in de eerste plaats te maken met het commerciële,
economische en industriële leven in de Gemeenschap. Maar de ontwikkeling ervan en de bege­
leidende maatregelen om de integratie van de EG te stimuleren, zullen, zoals wij zullen zien,
waarschijnlijk niet alleen de economieën van de EG-landen transformeren, maar ook, in meer
of mindere mate, die van andere westerse en mogelijk zelfs Oosteuropese landen die in de jaren
negentig zullen trachten nauwere betrekkingen met de Gemeenschap aan te knopen. Het besluit om een geïntegreerde Europese markt tot stand te brengen werd niet in een politiek
vacuüm genomen. De twaalf Lid-Staten van de Gemeenschap hebben er tevens, in sommige
gevallen niet zonder aanzienlijke binnenlandse politieke problemen, mee ingestemd het Verdrag
van Rome — de „grondwet" van de EG — zodanig te wijzigen dat de langere-termijndoelstelling
van Europese eenheid opnieuw op de politieke agenda is komen te staan.
Een van de belangrijkste bepalingen van de Europese Akte is dat het aantal terreinen waarop
de Raad van Ministers politieke besluiten bij meerderheid van stemmen neemt, wordt uitge­
breid. De Raad van Ministers is het orgaan in het communautaire bestel dat, op basis van be­
leidsvoorstellen van de Commissie en na raadpleging van het rechtstreeks verkozen Europese
Parlement, wetten vaststelt die bindend zijn voor de 320 miljoen burgers van de twaalf EG-
landen.
Deze en andere veranderingen die door de Europese Akte zijn ingeluid — waaronder een grotere
invloed van het Europese Parlement op de wetgeving — en de voorgenomen totstandbrenging
van een Europese „sociale dimensie" hebben in alle Lid-Staten een belangrijke politieke discus­
sie doen ontstaan over de toekomst van de Gemeenschap op langere termijn. Daarbij worden
veel nieuwe vragen gesteld over de richting waarin de Gemeenschap zich moet ontwikkelen.
Is de geïntegreerde markt slechts een kwestie van het opheffen van rechtstreekse en indirecte
belemmeringen voor een vrij handelsverkeer en het vrije verkeer van kapitaal, personen en dien­
sten? Moet de totstandbrenging van deze markt gepaard gaan met een uitbreiding van de sociale
minimumvoorzieningen voor de werknemers, en dienen de rechten van de Europese burgers
om te leven en te werken waar zij willen te worden uitgebreid?
Is een geïntegreerde interne markt met eensluidende mededingingsregels en met een volledig
vrij kapitaalverkeer werkelijk mogelijk zonder een veel sterker ontwikkeld Europees Monetair
Stelsel? Kan de Gemeenschap nog veel langer verstoken blijven van een monetair stelsel waarin
alle nationale valuta's gelijkelijk zijn vertegenwoordigd, waarin geleidelijk een gemeenschappe­
lijke Europese valuta wordt geïntroduceerd en waarin het monetaire beleid wordt gecoördineerd
door een supranationaal orgaan, zoals een Europese centrale bank?
Zullen de geïntegreerde markt en deze, daarmee samenhangende ontwikkelingen het huidige
evenwicht van politieke soevereiniteit tussen de nationale staten en de Europese Gemeenschap
in wezen onaangetast laten? En omgekeerd, zullen deze ontwikkelingen, om nog te zwijgen van
de toenemende samenwerking op beleidsterreinen als buitenlandse zaken en veiligheid, de Ge­
meenschap niet snel tot economische en, tenslotte, uiteindelijk tot politieke eenheid brengen?
Sommige bewindslieden in de Europese Gemeenschap menen dat iets dergelijks reeds onvermij­
delijk is geworden. De voorzitter van de Commissie, Jacques Delors, hield leden van het Europe­
se Parlement in juni 1988 voor dat dep wellicht in de jaren negentig „een blauw­
druk

  • Univers Univers
  • Ebooks Ebooks
  • Livres audio Livres audio
  • Presse Presse
  • Podcasts Podcasts
  • BD BD
  • Documents Documents