Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte" - De Aarde en haar Volken, 1918
111 pages
Nederlandse

Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte" - De Aarde en haar Volken, 1918

Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres
111 pages
Nederlandse
Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres

Informations

Publié par
Publié le 08 décembre 2010
Nombre de lectures 27
Langue Nederlandse
Poids de l'ouvrage 4 Mo

Extrait

The Project Gutenberg EBook of Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte", by J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org Title: Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte" De Aarde en haar Volken, 1918 Author: J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman Release Date: December 23, 2006 [EBook #20167] Language: Dutch Character set encoding: ISO-8859-1 *** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NIEUW-GUINEE *** Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ [141] [Inhoud] Nieuw-Guinee en de exploratie der “Meervlakte.”1 1913–1915. door J. W. LANGELER en L. A. C. M. D OORMAN . Overzichtskaart van Nieuw-Guinee. Schaal 1:7.500.000. Inleiding. N ieuw-Guinee, een der grootste eilanden van onzen aardbol, 24 × zoo groot als ons vaderland, werd ontdekt in 1545 door den Spaanschen reiziger Ynigo Ortiz de Retes. In de oude scheepsjournalen van Spanjaarden en Portugeezen komt de naam geregeld voor. Het is dan ook vrij zeker, dat, toen de Hollanders bezit namen van Indië, het bestaan van NieuwGuinee hun niet onbekend was. Spoedig werden schepen derwaarts gezonden, teneinde te pogen handelsbetrekkingen aanteknoopen. Deze tochten hadden geen of weinig succes; onze oude zeevaarders hadden veel te lijden van vijandelijkheden der bevolking en de scheepsbemanningen werden gedecimeerd door de gevreesde “Papoesche ziekte.” Aangezien er bovendien weinig voordeel te behalen was, werden deze tochten allengs gestaakt. In de tweede helft der 18e eeuw is het initiatief tot onderzoekingsreizen geheel in handen van Franschen en Engelschen en de namen van eenigen onder hen bleven tot heden aan de geografie van Nieuw-Guinee verbonden als Kaap d’Urville, Maccluer golf e.d. In 1828 werd door de Nederlandsche regeering de geheele West-, ZW.-, en Zuidkust tot 141° OL. verklaard tot haar territoor. Een bestuurszetel werd [142] gevestigd, Fort du Bus; deze plaats werd in 1836 echter weder verlaten, daar men niet bestand was tegen het moordend klimaat. Ondanks dit, breidde onze Regeering in 1880 haar gezag nog verder uit, ditmaal over de geheele Noordkust tot aan de Humboldtbaai. Wat de Oostelijke helft betreft, in 1885 verdeelden Duitschland en Engeland deze in ongeveer gelijke deelen. Bestuursvestiging in ons gebied had wederom plaats in 1898; toen werd Manokwari (Menukwari) de hoofdplaats van de afdeeling Noord-NieuwGuinee en Fakfak voor de afdeeling West- en Zuid-Nieuw-Guinee. Na 1912 was de indeeling als volgt; Noord Nieuw-Guinee, met bestuurszetel Manokwari, ressorteerend onder Ternate. West Nieuw-Guinee, met hoofdplaats Fakfak. Zuid Nieuw-Guinee, met Merauke; beide laatste afdeelingen ressorteerend onder de residentie Amboina. Tot 1903 was hier betrekkelijk nog zeer weinig van land en volk bekend. In den loop der tijden slechts hadden de zeevaarders de kusten vrij behoorlijk in kaart gebracht; aan de zendelingen, die sinds 1855 op NieuwGuinee hun vestigingen hadden, was het te danken, dat eenige van de onmiddellijk aan zee grenzende streken met hun bevolking meer nauwkeurig bekend werden. Nu kwam in 1903 en volgende jaren een groote verandering. Wetenschappelijke genootschappen in Nederland gingen voor in het organiseeren van meer systematisch opgezette onderzoekingstochten en in 1907 volgde de Regeering met de oprichting van de “Militaire Exploratiedetachementen voor Nieuw-Guinee.” Van de eerstgenoemde, dus particuliere tochten vermelden wij: 1903. Expeditie Wichmann, exploreerende Humboldtbaai en omgeving. 1904–05. Expeditie tot het betreden der “eeuwige sneeuw”, in 1623 door Jan Carstenz het eerst vanaf de Zuidkust gezien. Het doel werd niet bereikt. 1907. Eerste expeditie Lorentz; bereikte van uit de Noordrivier (Zuidkust) een hoogte van 2600 M.; bracht belangrijke verzamelingen mede. 1909–10. Tweede Lorentz expeditie; beklimmen van de helling van den Wilhelminatop en bereiken der sneeuwgrens op ± 4500 M. 1913. Expeditie Franssen Herderschee; bereikt de kruin van den Wilhelminatop; zag om de Noord een zwaar bergland van evenwijdige O.W. loopende ketenen; groote verzamelingen op allerlei gebied. In 1907 dan werd samengesteld het Militaire Exploratie detachement voor Zuid Nieuw-Guinee, ter beschikking van het Civiel Bestuur, met het doel om op stelselmatige wijze het land te karteeren, de bevolking en de gesteldheid van den bodem te leeren kennen; in 1909 volgde de oprichting van een overeenkomstig detachement voor Noord-, in 1910 evenzoo voor West Nieuw-Guinee. In 1912 ging de leiding van de geheele exploratie over in militaire handen en wel directelijk in die van den Militairen Commandant van Amboina. De resultaten door deze detachementen verkregen tot in het jaar 1913 waren: Zuid. Basis Merauke. Verkenning langs de kust; opvaart van alle rivieren tot den oorsprong, voor zoover uitmondende tusschen Etnabaai en Bensbach rivier; van deze rivieren is de Digoel (tot ± 700 K.M. opgevaren) de grootste, daarop volgen de Eilanden- en de Lorentz- of Noordrivier. Eenige doorsteken van den grooten Digoel naar de Flyrivier. Vaststelling van het feit, dat geheel Nederlandsch Nieuw-Guinee bezuiden de hoogketens van het Centraal Gebergte één uitgestrekte, op vele plaatsen moerassige vlakte is; en dat vele van de geëxploreerde rivieren ver van hun mondingen onderling door armen (antassan) verbonden zijn; men vermoedt zelfs alle. Doorkruisen van het vlakke oerwoud van Frederik-Hendrik eiland. Panorama’s en vastlegging van bijna den geheele Zuidrand van het Centrale Gebergte, waaronder de groote sneeuwtop-complexen: Carstensz, Wilhelmina, Juliana, (Luitenants ter zee Van der Ven en Chaillet). Beklimming van den Goliath tot ± 3300 M. Het detachement werd einde 1913 na beëindiging van zijn taak overgebracht naar den Mamberamo (Pionierbivak) voor de binnenlandexploratie benoorden het Sneeuwgebergte. West. Ingesteld begin 1910, opgeheven na uitgevoerde opdracht begin 1914. Basis Kaimana. Het van alle kanten doorkruisen van den geheelen “Vogelkop”, zooals men het schiereiland noemt links van de lijn Geelvinckbaai-Etnabaai; vergemakkelijkt door den ingesneden vorm van het land en de menigvuldige Papoeapaden, die het bereiken van alle punten mogelijk maakten. Het Zuidelijke schiereiland is niet boven de 800 M. hoog, behalve bij de Wandammenbaai, waar men tot 1200 M. klimt. In het Noordelijke schiereiland echter rijst de 3000 M. hooge Arfak op met de 1900 M. boven zee liggende Anggimeren. De grootste rivier van den (Noordelijken) Vogelkop is de recht Noord-Zuid loopende Kamoendan, die in de Golf van Maccluer uitmondt. Noord. Aanvang September 1909, ter beschikking van den AssistentResident van Manokwari. Basis Hollandiabivak aan de Humboldtbaai, na begin 1912 Manokwari. Tevens belast met de voorloopige maatregelen voor de uitvoering van het Gouvernementsbesluit van Maart 1910: het vaststellen van een natuurlijke grens tusschen Nederlandsch en Duitsch Nieuw-Guinee. In November 1910 kwam het detachement weder beschikbaar voor de systematische exploratie der Noordkust. In de “Grensregelingsperiode”: exploratie van het Tamibekken, het Sentanimeer, het Bewani-gebergte (Mokkofiang) en de Keeromrivier. De laatste werd gevolgd, in de hoop dat zij, zijrivier van de KaiserinAugustarivier, Zuidwaarts buigend, met deze een geschikte grensrivier vormen zou; doch zij werd verlaten door den Kapitein Sachse bij het punt Terminus, toen de loop onveranderlijk westelijk bleek. Deze detachementscommandant opperde toen het vermoeden, dat de Keeromrivier de oorsprong van den Mamberamo kon zijn. Belangrijk is ook van dezen tijd de opvaart der Kaiserin-Augusta rivier door den Luitenant ter zee Rambonnet en daarna door de Nederlandsch-Duitsche Grensregelingcommissie in 1910–1911 tot nabij haren oorsprong op ruim 1000 K.M. van de monding. [143] Kaart van Nieuw-Guinee. Schaal 1 : 2.500.000. Na November 1910: exploratie van alle rivieren der Noordkust en van de delta van den Mamberamo. Exploratie van het Arfak- (3000 M.), Weijland(3750 M.), Gauttier- (2000 M.), Bonggo- (1200 M.) en Cycloopgebergte (2000 M.). Aan den hoogsten top van het Weijlandgebergte, 3750 M., komen samen de hooge ketens van Weijland-, Nassau- en Charles-LouisGebergte; van dicht hierbij (3250 M.) werden de Geelvinckbaai en de Indische Oceaan gelijktijdig overzien en kreeg luitenant ter zee Stroeve zijn peilingen tot in den Afrak, voorwaar een schitterend resultaat! Het detachement voegde zich in Maart 1914, na beeindiging der Noordkust-exploratie, bij het reeds in Pionierbivak gelegerde “Detachement van den Mamberamo”, om deel te nemen aan de exploratie van het Binnenland. Er bleef nu nog over de Exploratie van het Binnenland benoorden het sneeuwgebergte. Hier was de Mamberamo de toegangsweg, Pionierbivak hoofdbivak. Dat deze exploratie zwaar zou worden in vergelijking met die van Noord, West of Zuid, bleek hieruit, dat geen Papoeapaden ten dienste stonden als in West Nieuw-Guinee; dat er één weg was, de groote Mamberamo, doch door sterken stroom en versnellingen oneindig veel moeilijker te bevaren dan de vlakte-rivieren der Zuidkust; dat het land één dun bevolkt oerwoud was, waar men niet te rekenen had op tuinproducten van de bevolking; en dat de afstanden enorm waren. Alvorens in de schetsen over die exploratie te schrijven, willen wij nog kortweg recapituleeren en de geschiedenis van den Mamberamo aanvullen. Wij noemen dan: 1826. Ontdekking van de monding door Dumont d’Urville. 1884. Eerste opvaart door van Braam Morris, Resident van Ternate, met de “Havik” tot Havik-eiland. 1900. Idem door de “Camphuijs” (K.P.M.) 1906. Idem door de “Brak” (Gouvernements-Marine) met hetzelfde resultaat, n.l. niet boven Havikeiland. 1909. Door den Commandant van Hr. Ms. “Edi”, den Luitenant ter zee Rambonnet, werd met het comm
  • Univers Univers
  • Ebooks Ebooks
  • Livres audio Livres audio
  • Presse Presse
  • Podcasts Podcasts
  • BD BD
  • Documents Documents