Van Batavia naar Atjeh, dwars door Sumatra - De Aarde en haar Volken, 1904
142 pages
Nederlandse

Van Batavia naar Atjeh, dwars door Sumatra - De Aarde en haar Volken, 1904

-

Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres
142 pages
Nederlandse
Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres

Description

Project Gutenberg's Van Batavia naar Atjeh, dwars door Sumatra, by F. BernardThis eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and withalmost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away orre-use it under the terms of the Project Gutenberg License includedwith this eBook or online at www.gutenberg.netTitle: Van Batavia naar Atjeh, dwars door SumatraDe Aarde en haar Volken, 1904Author: F. BernardRelease Date: February 3, 2009 [EBook #27972]Language: Dutch*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VAN BATAVIA NAAR ATJEH ***Produced by Jeroen Hellingman and the Online DistributedProofreading Team at http://www.pgdp.net/Roma Sacra.Naar het Fransch van F. Bernard.Een weg op Java. Buffelkarren.Een weg op Java. Buffelkarren.Batavia, 7 April.Morgen zullen wij uit Batavia vertrekken. Ik heb bijna den geheelen dag in de stad rondgeloopen, want ik wil het beeld van deze plaatsdiep in mijn geheugen prenten. Later zal ik onder den donkeren europeeschen hemel in den winter ’t schitterend vizioen oproepen; dan zalik de wandeling van vandaag nog eens overdoen en in de gesloten huiskamer, beschut voor den scherpen wind en den ijskouden regen,zal ik het indolente leven van dit schoone land opnieuw genieten.Ik kom zoo juist na het gewone zware middag-maal uit het hôtel. De straten zijnEen koelie te Batavia.ledig. De copieuse rijsttafel maakt de Europeanen suf; ieder gaat slapen of rusten inEen koelie te Batavia.de ruime slaapkamers met een ...

Informations

Publié par
Publié le 01 décembre 2010
Nombre de lectures 40
Langue Nederlandse

Extrait

Project Gutenberg's Van Batavia naar Atjeh, dwarsdoor Sumatra, by F. BernardThis eBook is for the use of anyone anywhere at nocost and withalmost no restrictions whatsoever. You may copy it,give it away orre-use it under the terms of the Project GutenbergLicense includedwith this eBook or online at www.gutenberg.netTitle: Van Batavia naar Atjeh, dwars door SumatraDe Aarde en haar Volken, 1904Author: F. BernardRelease Date: February 3, 2009 [EBook #27972]Language: Dutch*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOKVAN BATAVIA NAAR ATJEH ***Produced by Jeroen Hellingman and the OnlineDistributedProofreading Team at http://www.pgdp.net/
Roma Sacra.Naar het Fransch van F. Bernard.Een weg op Java. Buffelkarren.Een weg op Java. Buffelkarren.Batavia, 7 April.Morgen zullen wij uit Batavia vertrekken. Ik heb bijnaden geheelen dag in de stad rondgeloopen, want ik wilhet beeld van deze plaats diep in mijn geheugenprenten. Later zal ik onder den donkereneuropeeschen hemel in den winter ’t schitterendvizioen oproepen; dan zal ik de wandeling vanvandaag nog eens overdoen en in de geslotenhuiskamer, beschut voor den scherpen wind en denijskouden regen, zal ik het indolente leven van ditschoone land opnieuw genieten.Een koelie te Batavia.Een koelie te Batavia.Ik kom zoo juist na het gewone zware middag-maal uithet hôtel. De straten zijn ledig. De copieuse rijsttafelmaakt de Europeanen suf; ieder gaat slapen of rustenin de ruime slaapkamers met een minimum vankleeding. De Maleiers zelf zoeken ook de schaduw en
spelen of babbelen, neergehurkt aan den voet derboomen of op de steenen der verlaten galerijen. Eendos-à-dos, het ongemakkelijke, javaansche rijtuigje,voert mij zachtjes aan door de lanen. Hier is hetKoningsplein; de groote grasvlakte breidt haar groentapijt uit tot aan de lijn van mooie boomen vóór enrondom het Museum. De huizen zijn in ’t groenverscholen; men ziet maar nauwelijks hier en daar eenstukje witten muur of een groot, ingedeukt dak. Zelfsde winkels verbergen bescheiden hun uitstallingen intuinen aan den weg.Boven op een begroeiden heuvel ziet men de citadelvan prins Frederik met de oude wallen en de steenenbijgebouwen, verscholen weer als een kostbaarsieraad in een étui van groen fluweel. De Tji Liwongslaat er een band omheen van rood oker. Dat riviertje,waarin kokospalmen, zich vooroverbuigend, spiegelenen waar prachtige bamboezuilen naast oprijzen, iszeer ongelijk van stemming. Wanneer de geweldigeregens neerstorten op de flanken van den Salak enden Gedeh vullen plotseling de snelvlietende waterende nauwe bedding. Oudtijds werden bij zoo’n aanvalde benedenwijken van de stad met slijkerige golvenoverstroomd; maar thans is ’t grillige riviertje beteugelden tot rede gebracht; de sluis van pasar Baroe houdt ’tniveau op behoorlijke hoogte; kanalen stellen de TjiLiwong bovendien met de Kali Baroe in gemeenschapen met de Krokot, en een wijde doorgang voert hetheftig stroomende water rechtstreeks naar de zee.Al die kanalen, natuurlijke en kunstmatigewaterwegen, loopen door de stad. Dat van Rijswijkwordt ingesloten tusschen twee roode muren, en ’s
avonds gaan de javaansche vrouwen en meisjes erbaden. Zij gaan langzaam langs de trappen naarbeneden, de sarong, reikend tot onder de armen,bedekt de borst, en als de kabaja eenmaal is afgelegd,komen fijne, ronde schouders te voorschijn en fraaie,gevulde vormen. De Hollanders, die, als de zon onderis, lui langs den weg flaneeren, wijden niet veelaandacht aan het schouwspel, en amusant is het, detegenstelling op te merken tusschen die wandelaarsmet hun bleeke gelaatskleur en flegmatiekebewegingen, in hun toegeknoopte europeeschekleêren, en de gebronsde inboorlingen, die, luidruchtigspelend, ’t slijkerige water op doen spatten.Nu, na den middag, is alles verlaten en stil. Boven desluis breidt de rivier haar klaren, stillen spiegel uit. Hetweêr is drukkend en de warmte hinderlijk. Deschitterende zon werpt onbewegelijke schaduwenneer; de glinsterende bladeren bewegen zich niet en ’tkoeltje, dat strakjes naar de verre vulkanen melkwittenevels voor zich uit zal stuwen, is nog nietopgestoken. Zacht word ik voortgereden, als door eentuin, tot Meester Cornelis. Dat is een voorstad vanBatavia aan twee zijden van een weg, omzoomd metde prachtigste boomen. Hier ziet men de laatsteuitloopers van de bergen. Verderop en tot aanBuitenzorg rijst de grond gestadig; men ziet geenscherpe kammen, geen vooruitspringende rotsen,geen indrukwekkende kloven, maar afgeronde, zachtevormen en lange hellingen, waar de rijstvelden als opgroene terrassen tegen aan liggen.Dit kalme land heeft nochtans tragische dagengekend. Hier had in 1811 de beslissende slag plaats,
waardoor de Engelschen met één slag het ganscheeiland veroverden. De nieuwe stad Weltevreden, pasdoor Daendels in het leven geroepen, moest wordenontruimd, en men moest zich haasten, om in MeesterCornelis een versterkt kamp op te slaan, dat door zijngebrekkige, voorloopige inrichting niet hardnekkig konworden verdedigd.Nu wij die herinnering hebben opgeroepen, doemt ereen heldenhistorie uit het verleden op. Op ditwonderschoone land hebben allerlei veroveraars bijbeurten het oog laten vallen.Eerst waren het de Hindoes in de duistere tijden, doorlegenden aan de vergetelheid onttrokken.Hadji Saka, vorst van Astina, komt aan wal op eenwoest eiland, Noesa Kindang, waar Raksasa’s wonen,en fabelachtige zegepralen volgen hem op zijn weg.En plotseling verrijst het rijk Brambanan; prachtigesteden komen als uit den grond op, en de “DuizendTempels” verkondigen de grootheid van de nieuwegoden.Het rijk valt uiteen bij den dood van den held; elk zijnerzonen regeert over een provincie, en weldra zettenbloedige oorlogen tusschen de broeders heel Java invuur en vlam. Zij duren door verschillende geslachtenvoort. Eens zocht Tandoeran, koning van Papajaran,door zijn broer verslagen en verjaagd, een schuilplaatsin ’t onmetelijk woud, dat groeit in de vallei van Kediri;drie trouwe dienaars hebben hem gevolgd; zij zullenvoor hem de bittere vruchten van den modjoboomplukken en de vorst, door een orakel plotseling terecht
gewezen, sticht op die verlaten plek de nieuwehoofdstad Modjopahit, d.w.z. bittere boom. Dan volgtde snelle ontwikkeling; van alle zijden komenavonturiers zich scharen onder ’t vaandel van denballing, het jonge koninkrijk breidt zich doorschitterende triomfen uit, het reikt tot ver over destraten, die Java scheiden van de andere eilanden, totaan Palembang zelfs en op de Menangkabo, en devloten van Modjopahit zullen Singapore, deLeeuwenstad, zelfs gaan veroveren.In de 15de eeuw had het rijk zijn hoogtepunt bereikt;maar de onderworpen volken sluiten zich aaneentegen den overheerscher. Een sterke band, die vanden Islam, sluit de bondgenooten vast aaneen, en hetgebouw begint te wankelen, stort in en uit deversnipperde deelen ontstaan een aantal rijken, als hetkoninkrijk Bantam, het sultanaat Demak, ’t beroemderijk Mataram. Doch daar verschijnt een geduchtevijand ten tooneele, de vloot van Albuquerque heeftMalakka gebombardeerd en Maghelaens is op deMolukken ontscheept. Het verre Europa neemt bezitvan de nieuw ontdekte wereld, en paus Alexanderverdeelt het land tusschen de Spanjaarden en dePortugeezen. Dag op dag zetten stoutmoedigezeevaarders koers naar de wondereilanden. Op heteind der 16de eeuw sluit admiraal Houtman eenverdrag met den koning van Bantam, en weldraverrijst Batavia op de ruïnen van ’t in brand gestokenJakatra. Dadelijk vestigen de nieuwe heeren, deHollanders, zich er en nemen er blijvend bezit van.Ondanks allerlei aanvallen, oorlogen en opstanden zalInsulinde hun niet weer ontsnappen.
Sporen van dit oude, grootsche verleden bedekkenhier en daar den grond; boeddhistische enbrahmaïstische tempels zijn nog aanwezig en wordenook nog opgericht, want de Islam heeft de oude godenniet geheel doen vergeten. Te Singosari, teBrambanan en bij den Boroboedoer heb ik vóórverminkte beelden en omgeworpen basreliefs Javanenzien knielen, en beschroomd legden zij er offers neer,die den hemel gunstig moeten stemmen en de aardevruchtbaar moeten maken. Bij den Tjandi Brambananhebben Siva en Doerga nog hun vereerders en hunpriesters, en niemand zou de hand durven slaan aande steenen die verweeren, om het werk des tijdstegen te gaan of herstellingen aan te brengen.Ondanks alles zien deze ruïnen er niet somber uit; dezon beschijnt ze en zorgt voor een mooie belichting;de doffe kleur van het gesteente smelt weg bij ’t helderlicht van den stralenden dag.De gewone landbouwer hanteert zijn ploeg en verplantzijn rijst tot vlak bij de heilige plaatsen, waar oudtijdspelgrims zich verdrongen of de triomphators kwamendanken. De Tjandi Kalassan spiegelt zich in ’t stillewater van de natte rijstvelden; de tempel is omslingerddoor lianen en klimplanten, die liefkoozendvertrouwelijk zich om de godenbeelden leggen.De kolossale ruïnen van den Boroboedoer liggen opeen heuvel achter een gordijn van boomen, en van hethoogste punt ziet men het mooie dal der Progo zichuitbreiden; de dorpen onder kokospalmen schuilgaand,de groene velden, waar de waterplassen fonkelen alsschilden; aan den horizon de mooie, hooge bergen, dezuivere, afgeronde vormen van den Soembing en den
Merapi, met bosch bedekt, oprijzend in de zonnigelucht. Al dit land is te zeer levend en vruchtbaar, dandat het lang de wreede herinnering zou kunnenbewaren aan de vroegere rampen. Als ’tmenschenwerk te niet gaat, neemt de natuur er bezitvan. In het oude paleis van Djokjokarta kost hetmoeite de vormen en de inrichting van het gebouw teonderkennen tusschen den wirwar van bamboes envan palmen. Hier en daar hangt nog een stuk muurover een esplanade, ziet men een poort, die gapendtoegang geeft tot een kronkelende gang, en naaktekinderen spelen en dartelen in de felle zon op deopeengehoopte steenen. Hoe zou men kunnenstilstaan bij vroegere tragische tooneelen te middenvan zoo schitterende décors.Mijn rijtuig heeft mij langzaam weder in de oude stadteruggebracht. Wij rijden langs een kanaal, pasgegraven en in een rechte lijn verloopend, waaraanhuisjes staan onder kokospalmen. Nu en danverdwijnen de huisjes, en er komt een zwijgend bosch,waar uit den met gras bedekten grond veel slankezuilen opgaan. Het lijkt, of men zeer ver verwijderd isvan een moderne stad, maar de rails en de dradenvan de electrische tram maken spoedig een eind aandie verkeerde gissing. Hier, in deze lage vlakte,kampeerden tot tweemaal toe de legers van Mataram;tweemaal hebben de stoere verdedigers van Bataviahun vijanden zien vluchten, door het moorddadig beleggeheel uitgeput.De inhalige kooplieden uit vroeger tijden wisten ookdoor andere middelen hun veroveringen te behouden.
Aan den weg ziet men nog een monument van hunbarbaarsch recht, namelijk het huis van PieterEberfeld. Een gepleisterd doodshoofd, grijnzend endoorboord met een ijzeren staaf, met een opschrift inhet Hollandsch en ’t Maleisch, roept de verschrikkelijkegeschiedenis in de herinnering terug. Eenoostenrijksch avonturier had met inlandsche hoofdeneen complot gesmeed, om de Hollanders te verdrijven;zijn dochter, die een hollandsch officier beminde,maakte het geheim bekend, en de afschuwelijke strafwerd voltrokken; Eberfeld werd gespietst en in denmuur van zijn eigen huis ingemetseld, welk huis nietmag worden aangeraakt en dat, door de plantengeheel en al bedekt, aan den eenzamen weg ligtsedert de stichting van Weltevreden.Door de gapende, scheef hangende deur kan menden tuin zien, waar in het wild wat boomen groeien enwaar de Maleiers uit den omtrek vrij de vruchtenkomen plukken. Aan één dier boomen werd misschiende dochter van den ongelukkige opgehangen, en ikstel mij voor, hoe het drama daar is afgespeeld, nu150 jaar geleden onder den brandenden zonneschijn,onverbiddelijk als de menschen van toen. Ik denk aanEberfeld, die door de geschiedenis als een verrader isgebrandmerkt, en die, zoo het succes zijn daadbekroond had, de gevierde stichter zou geworden zijnvan een tweede paradijs; aan die heftige en tragischeliefde en het geheim, dat haar ontrukt werd; aan destraf, de onverschillige of wreede rechters, die eenplicht volbrachten of hun wraak koelden, terwijl ze deeen oogenblik bedreigde schatten beschermden.Van die onverbiddelijke rechters slapen enkelen hier
zeer dichtbij, rondom de oude kerk, onder degrafsteenen en de zware metalen platen, waarop dewoorden herinneren aan het gedane werk. Dit is deoude stad. Een menigte grachten loopen erdoor en eromheen. In de Europeesche wijk staan de massievehuizen langs de Kali Besar en aan de overzij is dekampong, de chineesche wijk. De koelies en dekooplieden rusten uit op de stoepen. De zon begintreeds te dalen en de hollandsche kooplieden zijn naarWeltevreden teruggekeerd. Elken avond houdt na vijfuur alle werk op, en het leven van arbeid wordt eersthervat tegen morgen acht of negen uur.Hier is, evenals te Singapore en Bangkok, alle handelin ’t groot en in ’t klein in handen van Chineezen. Zijzijn al sinds de tiende eeuw trouwe bezoekers dezerstreken. Toen Batavia pas gebouwd was, vestigden zijer zich in menigte. Zij waren niet altijd zoo vreedzaamgestemd als tegenwoordig. Zij verdroegen nietlijdzaam de vele onrechtvaardigheden en verkozenniet, de grillen en de heftigheden der veroveraars teverdragen.In 1737 sloten zich een groot aantal Chineezenaaneen en wapenden zich in een naburig dorp,waarna het leger van de opstandelingen de stadaanviel. De rustige Chineezen hadden hun kantorenniet verlaten; toen het bevel daartoe gegeven werd,hadden zij zich in hun huizen opgesloten. Door hunaantal scheen het, dat zij wel gevaarlijk kondenworden, en men besloot, zich van hen te ontdoen. Degouverneur-generaal Valckenier gaf, radeloos vanangst, bevel tot den moord. Terwijl de opstandelingen,teruggedrongen na den eersten aanval, op den
  • Univers Univers
  • Ebooks Ebooks
  • Livres audio Livres audio
  • Presse Presse
  • Podcasts Podcasts
  • BD BD
  • Documents Documents