La lecture à portée de main
Description
Informations
Publié par | EUROPEAN-COMMISSION |
Nombre de lectures | 13 |
Langue | Nederlandse |
Poids de l'ouvrage | 5 Mo |
Extrait
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
studies
Regionale steunmaatregelen
in de Europese Gemeenschap
Een vergelijkende studie
SERIE REGIONAAL BELEID 15 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Regionale steunmaatregelen
in de Europese Gemeenschap
Verslag over een vergelijkende studie van het Internationales Institut
für Management und Verwaltung, Wissenschaftszentrum Berlin
ten behoeve van
het Bondsministerie van Economische Zaken,
het Ministerie van Economische Zaken en Technologie van het
Land Hessen, en
de Europese Gemeenschap
door Kevin Allen
VERZAMELING STUDIES
Serie Regionaal beleid nr. 1 5
Brussel Nota
Deze studie werd ondernomen op initiatief van de Regering van de Bondsrepubliek
Duitsland en werd uitgevoerd door het International Institute of Management,
Wissenschaftszentrum Berlijn. Zij werd gezamenlijk gefinancierd door het Bonds
ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Economische Zaken en Tech
nologie van het Land Hessen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen in
het kader van artikel 266 van de Algemene begroting van de Commissie („Regionale
studies op verzoek van de Lid-Staten").
De voorliggende studie weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de
Commissie van de Europese Gemeenschappen dienaangaande. De Commissie is er
bijgevolg dus in geen enkel opzicht door gebonden.
Deze uitgave is eveneens verkrijgbaar in het
DA ISBN 92-825-1213-4
DE ISBN 92-825-1214-2
EN ISBN 92-825-1215-0
FR ISBN 92-825-1216-9
IT ISBN 92-825-1217-7
Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publikatie
Luxemburg : Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen,
1981
ISBN 92-825-1218-5
Catalogusnummer : CB-NS-79-015-NL-C
© EGKS - EEG - EGA, Brussel · Luxemburg, 1979, en
de Bundesminister für Wirtschaft, Bonn,, en
de Minister für Wirtschaft und Technik des Landes Hessen, Wiesbaden, 1979
Printed in Luxembourg VOORWOORD
Voor een onderzoek inzake de regionale steunmaatregelen in de landen van de
Europese Gemeenschap (EG) werd in oktober 1975 onder mijn leiding een werk
groep gevormd in het International Institute of Management van het Wissen
schaf tszentrum Berlijn. Het project werd gefinancierd door de EG, het Bonds
ministerie van Economische Zaken in Bonn, de deelstaat Hessen en het Wissen-
schaftszentrum. Het onderzoek omvatte de samenstelling van een volledig, ge
detailleerd en actueel overzicht van de regionale steunmaatregelen in de EG-
landen en de ontwikkeling van een methodologie voor een vergelijking tussen
de landen van de waarde van deze steunmaatregelen, alsmede de omschrijving
van de mogelijke politieke implicaties van onze bevindingen voor de EG en
voor het regionaal beleid in het algemeen in de Lid-Staten.
De groep die haar werkzaamheden verrichtte in het International Institute of
Management in Berlijn, bestond uit Ullrich Casper (Duitsland), Chris Huil
(Frankrijk), Silvio Ronzani (Italië) en Douglas Yuill (Verenigd Koninkrijk).
De andere EG-landen werden door „adviseurs" behandeld: Lotty Boersma in Neder
land, James Eustace in Ierland, Jean-Paul Schmit in Luxemburg, Gert Strande-
Sørensen in Denemarken en Paul van Rompuy en Rik Donckels in België. Ken Smith
van de Universiteit van Glasgow was gedurende het gehele project onze adviseur
inzake evaluatiemethodes en -stelsels.
Dit verslag is een van de resultaten van de werkzaamheden van de groep. Bo
vendien stelde de groep bibliografieën samen over regionale problemen en be
leidsmaatregelen in de EG-landen¡ zij verrichtte eveneens belangrijke achter
grondstudies over de regionale steunmaatregelen in de Lid-Staten.
De bibliografieën werden samengesteld omdat, naar ons oordeel, voor een goed
begrip van de regionale steunmaatregelen inzicht in de regionale problemen en
het algemene beleid in de verschillende landen onontbeerlijk was. Voor ieder
land werden volgens een standaardlijst van rubrieken gestructureerde biblio
grafieën opgemaakt. Onder meer de volgenden werden aangehouden: bi
bliografisch materiaal; belangrijke historische overzichten of verwijzingen;
het regionaal probleem: werkloosheid, beroepsbevolking, migratie, inkomen per
capita, sociale indicatoren; industriële structuur en regionale groei; in
dustrie in de voornaamste probleemgebieden; belangrijke studies van afzonder
lijke gebieden; eisen en ervaringen van verwerkende en dienstverlenende be
drijven ten aanzien van de vestigingsplaats; doelstellingen van het regionale
beleid; afbakening van de steungebieden; financiële stimulansen; afwerende en
beperkende maatregelen; resultaten en betekenis van het regionaal beleid; of
ficiële statistische bronnen inzake regionale problemen en beleidsvormen; met
het regionaal beleid verbonden bestuursproblemen; Europees regionaal beleid.
Drie van deze bibliografieën (Bondsrepubliek Duitsland, Verenigd Koninkrijk - Δ -
en Italië) zijn reeds door het International Institute of Management gepubli
ceerd en andere publikaties zullen in de eerstkomende maanden volgen.
Evenals de bibliografieën vormden ook de basisstudies over de regionale
steunmaatregelen die eind 1976 en begin 1977 aan onze sponsors werden voor
gelegd essentieel basismateriaal voor dit rapport. Deze documenten waren
zeer gedetailleerd (in totaal ongeveer 3 000 blz) . De in deze documenten ver
strekte informatie was gestructureerd volgens een standaardlijst van kenmerken
die naar onze mening de sleutel vormden voor een goed begrip van de steun
maatregelen. De onderwerpen waren in feite dezelfde als die welke in dit rap
port aan de orde komen: juridische grondslag, administratieve aspecten, sub
sidiabele activiteiten, differentiatie naar activiteit, naar geografische ge
zichtspunten, naar projecttype en projectomvang, subsidiabele objecten en fi
nancieringsvormen, andere voorwaarden, werkelijke uitkeringen, belastingrege
ling, termijnen voor de uitkering, aanvullende , cumulatie, terug
vordering, weigering, kosten voor de overheid, betrokken arbeidsplaatsen, be
trokken investeringen, geldigheidsduur, wijzigingsbepalingen, diverse bepa
lingen. Deze basiswerkdocumenten vormen waarschijnlijk het meest volledige
overzicht van de regionale steunmaatregelen in de EGlanden dat ooit werd ge
maakt.
De samenvatting van de werkdocumenten en de verwerking van ander achtergrond
materiaal in dit eindrapport was geen gemakkelijke taak. Er was met de spon
sors overeengekomen dat het eindrapport kort zou zijn (ongeveer 200 blz).
Soms leek het ons een onmogelijke opdracht. Uiteraard betekende het dat wij
ons dienden te beperken tot de meest belangrijke punten van de steunregelin
gen, waardoor ons rapport zeer geconcentreerd zou worden, terwijl het ter
zelfder tijd leesbaar moest zijn. Aangezien ons voornaamste doel was verge
lijkingen mogelijk te maken, moest de informatie over de verschillende stel
sels bovendien gestandaardiseerd en vergelijkbaar zijn. Het belangrijkste
verschil tussen dit rapport en andere werken op het gebied van de regionale
steunmaatregelen ligt vooral in de omstandigheid dat dit rapport vooral com
paratief is zowel ten aanzien van de kenmerken als ten aanzien van de raming
van de waarde van de steunmaatregelen. Iemand heeft ooit gezegd dat alles wat
het internationale onderzoek in de sociale wetenschappen kon opleveren was
„een goed verhaal". Wij hebben getracht verder te gaan door aan ons rapport
een strenge structuur te geven. Gezien de moeilijkheden die werden ondervon
den bij het standaardiseren en vergelijkbaar maken van de gegevens, hebben
wij soms gewenst dat wij onze ambities lager hadden gesteld en ons hadden be
perkt tot heb vertellen van een verhaal.
Voor alle leden van de groep was de medewerking aan dit onderzoek boeiend,
zij het op sommige Ogenblikken frusterend. Een bijzonder probleem is dat in
ternationaal onderzoek op dit gebied wordt bemoeilijkt door de frequente ver
anderingen in het beleid in de verschillende betrokken landen. Zelfs gedurende
de twee jaar dat onze studie duurde hebben zich in een aantal landen belang
rijke veranderingen voorgedaan in het steunbeleid en minder belangrijke wij
zigingen in andere landen. Ontwerpen die zorgvuldig waren voorbereid en ge
formuleerd, dienden op korte termijn te worden herzien en soms volledig te
worden herschreven. Nog een ander probleem, en wel een dat zeer kenmerkend is
voor internationale comparatieve studies, was de voortdurende herziening en
aanpassing naarmate het informatiebeeld tot stand kwam. Soms was er een op
waartse aanpassing wanneer de informatie uit een bepaald land nieuwe moge
lijkheden opende voor het werk in de andere landen. Het kwam evenwel vaker
voor, dat de aanpassing neerwaarts diende te geschieden omdat wij tot de con
clusie kwamen dat voor bepaalde landen de informatie ontoereikend was. Een werkelijk comparatief internationaal onderzoek in de sociale wetenschappen
vergt in zekere mate een