Veiligheidsaspecten in verband met de verwerking van en het toezicht op gevaarlijke afvalstoffen

Eurofound — European Foundation For The Improvement Of Living And Working Conditions

Sujets

• Hazmat
• List of country legal systems
• Waste management
• Member state of the European Union
• Sciences et techniques

Informations

• Publié par: EUROFOUND-EUROPEAN-FOUNDATION-FOR-THE-IMPROVEMENT-OF-LIVING-AND-WORKING-CONDITIO
• Nombre de lectures: 25
• Langue: Nederlandse
• Poids de l'ouvrage: 2 Mo

Extrait

Europese Stichting
tot Verbetering van de Levens-
en Arbeidsomstandigheden
Veiligheidsaspecten in
verband met de verwerking
van en het toezicht op
gevaarlijke afvalstoffen
* •
* * Loughlinstown House
*
Shankill, Co. Dublin, Ierland * *EEN ONDERZOEK NAAR DE VEILIGHEIDSASPECTEN IN VERBAND MET
DE VERWERKING VAN EN HET TOEZICHT OP GEVAARLIJKE AEVALSTOEEEN EEN ONDERZOEK NAAR DE VEILIGHEIDSASPECTEN IN VERBAND MET
DE VERWERKING VAN EN HET TOEZICHT OP GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN
Samenvattend rapport van door de Stichting tot verbetering
van de levens- en arbeidsomstandigheden ondernomen studies
door
dr. R. C. Haines
ECOTEC Research and Consulting Ltd.
Birmingham, VK
Brussel, België
juni 1988 Deze publikatie wordt eveneens in de volgende talen uitgegeven:
92-826-0138-2 Catalogusnummer ES - ISBN SY-57-89-330-ES-C
92-826-0139-0 r SY-57-89-330-DE-C DE -N
92-826-0140-4 r SY-57-89-330-EN-C EN - ISBN
92-826-0141-2 r FR - ISBN SY-57-89-330-FR-C
92-826-0142-0 r SY-57-89-330-IT-C IT -N
PT - ISBN 92-826-0144-7 Catalogusnummer SY-57-89-330-PT-C
Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze
publikatie
Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese
Gemeenschappen
ISBN: 92-826-0143-9
Catalogusnummer: SY-57-89-330-NL-C VOORWOORD
In 1984 werd in opdracht van de Stichting een reeks studies op het gebied
van de wettelijke, technische en veiligheidsaspecten in verband met het
vervoer van gevaarlijke afvalstoffen uitgevoerd. Deze studies werden
verricht op verzoek van het Europese Parlement en in het kader van de
tenuitvoerlegging door de Commissie van de richtlijn van de Raad
(84/631/EEG) betreffende het toezicht en controle in de Gemeenschap op de
grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen.
In aansluiting op dit initiatief werd in november 1985 een Europese ronde­
tafelconferentie over de veiligheidsaspecten van gevaarlijke afvalstoffen
georganiseerd tijdens welke de bestaande en toekomstige vraagstukken op dit
terrein dienden te worden besproken, nieuwe ideeën naar voren gebracht en
adviezen opgesteld ten behoeve van de formulering van de werkzaamheden van
de Stichting over de periode 1985-88. Deze bijeenkomst leverde een
uitgebreid aantal conclusies en aanbevelingen op, aan de hand waarvan in het
kader van de werkprogramma's 1986-88 van de Stichting een reeks studies naar
het beheer van gevaarlijke afvalstoffen werden uitgevoerd. Des inzake
veiligheidsaspecten in verband met de verwerking van en het toezicht op
gevaarlijke afvalstoffen vormden hiervan het eerste onderdeel en werden in
1986-87 in de twaalf lid-staten verricht. Hierbij ging de aandacht met name
uit naar de bestaande wetgeving en regelgeving, alsmede de gehanteerde
methoden ten behoeve van de arbeidsveiligheid en de milieubescherming op dit
terrein en interne veiligheidsprocedures in inrichtingen waar gevaarlijke
afvalstoffen werden verwerkt, en naar de informatie, noodzakelijk met
betrekking tot de aard van de afvalstoffen, de eventuele risico's en de
maatregelen bij ongevallen. Als onderdeel van deze werkzaamheden werden een
aantal gevalsanalyses uitgevoerd.
Dit rapport bevat een samenvatting van de bevindingen van de twaalf
nationale onderzoeken en een analyse ervan in de bredere context van de
Europese Gemeenschap. Voorts wordt er in nagegaan in hoeverre de bestaande
wetgeving, regelgeving en methoden toereikend zijn, en wordt erin gewezen op
lacunes, zowel op nationaal als communautair niveau. Op grond hiervan worden
in het rapport een aantal aanbevelingen gedaan die tot doel hebben de
werking en doeltreffendheid van de huidige nationale wetgeving te verbeteren
en betere werkmethoden en hogere normen inzake afvalbeheer in de gehele
Gemeenschap te bereiken.
Op 9 november 1989 werd in Brussel een bijeenkomst gehouden ten einde
vertegenwoordigers van de werkgevers, vakbonden, regeringen en de Commissie
van de Europese Gemeenschappen - de vier groepen waaruit de Raad van Beheer
van de Stichting is samengesteld - in staat te stellen de uitkomst van dit
onderzoek te evalueren. Het verrichte onderzoek werd unaniem als waardevol
beschouwd en het onderhavige rapport werd als nuttige bijdrage gezien, met
name voor de Commissie. Wat betreft beroepsveiligheid waren de deelnemers
van oordeel dat er meer aandacht diende uit te gaan naar risicoanalyse en
overige praktische preventieve maatregelen, en dat aan de hand van medische
controle over een langere periode diende te worden nagegaan of deze
maatregelen doeltreffend waren. Voorts werd opleiding gezien als de
noodzakelijke voorwaarde voor betere normen op het gebied van de verwerking
en verwijdering van afval, met name de opleiding van: het personeel van toezichthoudende instanties ten einde ervoor te kunnen
waken dat identieke normen worden gehanteerd;
bedrijfsleiding en bij de verwerking betrokken werknemers in
inrichtingen voor de verwijdering en verwerking van afval.
Door de deelnemers werden voorts een aantal minder belangrijke wijzigingen
voorgesteld, en deze zijn in het onderhavige rapport opgenomen.
In aansluiting op dit onderzoek werd in 1988-89 een reeks studies inzake
voorlichting en scholing in verband met gevaarlijke afvalstoffen in de
twaalf lid-staten uitgevoerd. De bevindingen van deze studies zullen naar
alle waarschijnlijkheid in 1990 worden gepubliceerd.
Jørn Pedersen
Dublin, oktober 1989
Jørn Pedersen
Projectleider
Europese Stichting tot verbetering
van de levens- en arbeidsomstandigheden DANKBETUIGING
Dit rapport vormt een samenvatting van de voornaamste
bevindingen van de nationale onderzoeken in verband met de
verwerking van en het toezicht op gevaarlijke afvalstoffen in de
Europese Gemeenschap. Deze n werden in 1986­87
uitgevoerd in opdracht van de Europese Stichting tot verbetering
van de levens­ en arbeidsomstandigheden.
ECOTEC Research and Consulting Ltd. zou gaarne de hiernavolgende
personen en organisaties die de nationale rapporten hebben
samengesteld, waarvan dit rapport een samenvatting vormt, haar
dank willen betuigen voor de waardevolle bijdrage die zij aan
dit rapport hebben geleverd.
R.C. Haines
België Dhr. Jean Pierre Hannequart
Mevr. Marie Hannequart
Dhr. Mogens Palmark Denemarken
Chemcontrol A/S
Bondsrepubliek Duitsland Dhr. Ulrich H. Kinner
Dr. Manfred Niclauss
ECOSYSTEM GmbH
Frankrijk Dhr. René Goubier
Agence Nationale pour la Récupération et
l'Elimination des Déchets (ANRED)
Griekenland Dr. M. Harris
Dhr. E. Pantzievits
ECOTEC Research and Consulting Ltd.
Dhr. Matthew Lynch Ierland
Institute for Industrial Research and Standards
(URS)
Italië Dr. G.U. Fortunati
Nederland Ir. H.S. Buijtenhek
Mr. G.J. Kremers
Mr. Λ. Zonneveld
Ir. Cl. Boeckhout
Tauw­Infra Consult Dhr. José Antonio Martins Reis
Portugal
Techinvest SA
Dhr. Manuel de la Vega de la Rosa
Spanje
Dhr. Maximiliano Junquera
Treisa s.a.
Dhr. D. Bards ley Verenigd Koninkrijk
Dr. M. Harris
ECOTEC Research and Consulting Ltd.