De beroepsopleidingssituatie van buitenlandse jongeren in België, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk

Cedefop — European Centre For The Development Of Vocational Training

Sujets

• Vocational education
• Belgium
• Dinamarca
• France
• Luxemburgo
• United Kingdom

Informations

• Publié par: CEDEFOP-EUROPEAN-CENTRE-FOR-THE-DEVELOPMENT-OF-VOCATIONAL-TRAINING
• Nombre de lectures: 37
• Langue: Nederlandse
• Poids de l'ouvrage: 2 Mo

Extrait

c De beroepsopleidings-
3 situatie van buitenlandse
o jongeren in België,
o Denemarken, Frankrijk,
Luxemburg en het
Q Verenigd Koninkrijk
Q Samenvatting
LU
ü Europees Centrum voor de Ontwikkeling van de Beroepsopleiding De beroepsopleidingssituatie van buitenlandse jongeren
in België, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg en het Φ Verenigd Koninkrijk
E
ê\ Samenvatting
o
Q
eerste druk, Berlijn, 1986
o_
Gepubliceerd door: O
CEDEFOP - Europees Centrum voor de ontwikkeling van de Li.
l^ beroepsopleiding
Bundesallee 22,D-1000 Berlin 15 O Tel. [phone]Telex 184 163 eucen d
UI
Het Centrum werd opgericht krachtens verordening (EEG) ü nr. 337/75 van de Raad van de Europese Gemeenschappen Deze publikatie wordt eveneens in de volgende talen uitgegeven:
DA ISBN 92-825-6129-1
DEN 92-825-6130-5
EN ISBN 92-825-6131-3
FRN 92-825-6132-1
IT ISBN 92-825-6133-X
Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publikatie
Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen, 1986
ISBN 92-825-6134-8
Catalogusnummer: HX-45-85-066-NL-C
De in deze publikatie opgenomen artikelen en teksten kunnen vrij geheel of gedeelte­
lijk worden overgenomen met vermelding van de herkomst.
Printed ¡n the FR of Germany :2
ö)
Φ
m Q.
O
Dit samenvattende verslag u_ werd opgesteld door A. Bastenier, F. Dassetto, Η. Fonck
(Groupe d'Etudes des Migrations et de Relations Interethniques ­UJ
Université Catholique de Louvain ­ Louvain­la­Neuve)
Q
in opdracht van het CEDEFOP ­ het Europees Centrum voor de ontwikkeling
UJ van de beroepsopleiding, Berlijn 1985
O Projectleider: Duccio Guerra
Dit verslag waarin de meest relevante en actuele gegevens zijn
verwerkt werd vervaardigd in het kader van het project 'DE BEROEPSOPLEIDING
VAN BUITENLANDSE JONGEREN IN BELGIË, FRANKRIJK, HET VERENIGD KONINKRIJK,
DENEMARKEN EN LUXEMBURG'.
Het verslag beschrijft de situatie van buitenlandse werknemers en
buitenlandse jongeren in het algemeen, analyseert de problemen van e n bij de overstap van school naar beroepsleven en
gaat in op de invloed van een gebrekkige vooropleiding op beroeps­
opleiding, werk en positie op de arbeidsmarkt.
Gepubliceerd door:
het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding,
Bundesallee 22, D­1000 Berlin 15, tel: 030­884 120
Het Centrum werd opgericht krachtens Verordening (EEG) nr. 337/75
van de Raad van de Europese Gemeenschappen.
Onder dezelfde titel verschenen voorts verslagen over:
Frankrijk (in het DE,EN,FR,IT)
België (in het )
Luxemburg (in het )
Het Verenigd Koninkrijk (in het DE,EN,FR,IT)
Denemarken (in het DA,DE,EN,FR)
alsmede samenvattingen van de verslagen (in het DA,DE,EN,FR, IT,NL)
De tekst van deze publikatie kan met vermelding van de herkanst geheel
of gedeeltelijk worden overgenomen.
De uitspraken in deze publikatie geven niet noodzakelijkerwijs de
mening van het CEDEFOP weer. - 1
De situatie op het gebied van de beroepsopleiding van jonge
migranten in België
SAMENVATTING
1. Enkele basisgegevens
In 1984 bedroeg het aantal 'buitenlanders' in België bijna
900 000, dat wil zeggen ongeveer 9% van de bevolking. De
helft van hen is jonger dan 25 jaar.
Natuurlijk zijn dit niet allemaal 'migranten', want met deze
term worden in het algemeen personen van niet-Belgische
nationaliteit bedoeld die wat betreft hun beroep en hun
maatschappelijke status tot de arbeidersklasse behoren. De
migranten vormen ongeveer 75% van de buitenlanders. Het
aantal jonge migranten, jongeren die dus te maken hebben of
nog te maken kunnen krijgen met problemen op het gebied van
beroepsopleiding, bedraagt 350 000: 135 000 Italiaanse, 70
000 Marokkaanse, 43 000 Turkse en 27 000 Spaanse jongeren.
Tezamen vormen zij 12,5% van de jongeren beneden 25 jaar in
België. Maar zij zijn zeer ongelijkmatig verdeeld over het
land: in Brussel is 25% van de jongeren buitenlander, in
Wallonie 17% en in Vlaanderen 6%.
Een groot deel van deze jongeren van buitenlandse afkomst is
in België geboren: meer dan 75% van de jongeren die de
basisschool bezoeken, meer dan 60% van degenen die secundair
onderwijs volgen. Het is dan ook de vraag wat de benaming
'migranten' in hun geval eigenlijk nog betekent! Het aantal - 2 -
jongeren van buitenlandse afkomst op de scholen is dus vrij
hoog: meer dan 100 000 leerlingen in het basisonderwijs
(15,3% van het totaal) en 80 000 in het secundair onderwijs
(bijna 10%). Maar de spreiding van deze jongeren over de
verschillende typen secundair onderwijs is zeer
ongelijkmatig. 33,8% volgt algemeen secundair onderwijs,
26,3% technisch onderwijs en 39,8% beroepsonderwijs. Voor de
autochtone jongeren zijn die percentages respectievelijk
55,6%, 22,8% en 21,6%.
Met betrekking tot de beroepswerkzaamheden van jongeren van
buitenlandse afkomst (voor diegenen onder hen die al tot de
arbeidsmarkt zijn toegetreden) zijn helaas alleen maar
gegevens uit 1977 beschikbaar. Hieruit blijkt dat het aantal
werkenden (49,3%) op dat moment iets lager was dan bij de
corresponderende groep Belgische jongeren (50,7%). Dit
verschil wordt vooral veroorzaakt door het feit dat
buitenlandse meisjes in geringere mate deelnemen aan het
beroepsleven. Over het kwalificatieniveau van deze jongeren
zijn geen erg gedetailleerde gegevens beschikbaar, maar het
is wel duidelijk dat het over het algemeen veel lager is dan
dat van Belgische jongeren en dat het niet veel verschilt van
dat van de migranten van de eerste generatie op het moment
van hun immigratie. Er is onder de migrerende werknemers in
België dus een zeer geringe sociale mobiliteit.
De verslechtering van de werkgelegenheidssituatie, die zich
in de afgelopen jaren in België steeds sneller heeft
voltrokken, heeft geleid tot een sterke stijging van het
aantal werklozen onder de jongeren in het algemeen: in 1974