Approche psychopathologique de victimes de violences sexuelles à partir de l'expérience du service médico-judiciaire de l'Hôtel-Dieu à Paris - article ; n°4 ; vol.13, pg 339-351

François P.Monnet, A. Soussy, P.B. Monnet, O. Diamant-Berger

Description

Déviance et société - Année 1989 - Volume 13 - Numéro 4 - Pages 339-351
23 sujets vicimes de violences sexuelles, recrutés à partir d'une unité d'urgence spécialisée, ont été évalués 5 à 16 mois après l'agression, à un stade qui, pour de nombreux auteurs, est celui des séquelles. L'attention s'est focalisée plus particulièrement sur les modifications du mode de vie sociale, apparues dans les suites de l'agression. Cette organisation fonctionnelle nouvelle de l'individu se traduisait par un sentiment de tension, avec l'apparition de méfiance, d'impatience et d'irritabilité sociales, altérant de façon notable la qualité de vie relationnelle. Parallèlement au développement de conduite d'évi- tement et à l'appauvrissement du mode de pensée, s'établit un cortège de troubles psychosexuels, à type de baisse de la libido. Un tiers à un quart des sujets évalués ont développé, sur un mode chronique et invalidant, des états anxio- phobiques avec conduites obsessives compulsives et/ou des états dépressifs majeurs. Deux cas, ayant présenté des troubles perceptifs associés à des manifestations dissociatives, sont rapportés.
23 victims of sexual violences, chosen from a specialized emergency unit, have been evaluated 5 to 16 months after the agression, at a stage which for many authors is that of the after effects. The attention is more particularly focused on the modifications of the social lifestyle following the agression. This new functional organization of the individual is accompanied with a feeling of tension, distrust, impatience and social irritability, greatly changing the quality of the social life. Along with the development of avoidance behaviours and an impoverishment of the way of thinking, one can notice the appearance of psychosexual troubles of the type of a decrease of libido. One third to one fourth ot the subjects that have been examined have developed, on a chronical and invalidating mode, anxio-phobic states with obsessive compulsive behaviours and/or major depressive states. Two cases having shown perceptive troubles associated with signs of dissociations are reported.
Die Entwicklung von 23 Opfern sexueller Gewalttaten, die ausgehend von den Daten einer spezialisierten Notfalleinheit rekrutiert wurden, wurde 5 bis 16 Monate nach der Agression, also zu einem Zeitpunkt, zu dem vielen Autoren zufolge Spätfolgen auftreten, ausgewertet. Dabei wurde den Verànderungen im sozialen Leben, die als Folge des Angriffs aufgetreten sind, besondere Aufmerk- samkeit geschenkt. Die neue funktionelle Organisation des Einzelnen übersetzt sich in ein Gefiihl der Spannung, welches zugleich mit dem Erscheinen von Misstrauen, Ungeduld und sozialer Irritierbarkeit die Qualität seiner Beziehun- gen wesentlich verändert. Parallel zu der Entwicklung von Verhaltensweisen der Vemeidung und der Verarmung des Geisteslebens stellt sich eine Reihe von psychosexuellen Störungen, so die Verminderung des Libido, ein. Ein Drittel bis zu einem Viertel der beobachteten Personen hat chronische Angstzustände und Phobien entwickelt, verbunden mit zwanghaften Verhaltensweisen und/oder grösseren depressiven Zuständen. Zwei Fälle werden berichtet, bei welchen perzeptorische Störungen, verbunden mit dissoziativen Erscheinungen, festgestellt wurden.
23 slachtoffers van sexueel geweld, gekozen uit een gespecialiseerde afdeling voor spoedgevallen, werden 5 à 16 maanden na de geweldpleging bevraagd. Volgens vele auteurs is dat de période van pijnlijke nawerking. De aandacht ging heel in het bijzonder naar de veranderingen in de sociale levenswijze, zoals die als gevolg van de geweldpleging tot uiting komen. Deze nieuwe functionele organisatie van het individu manifesteerde zich in een gevoel van spanning, gepaard gaande met wantrouwen, ongeduld, sociale prikkelbaarheid en zij bracht duidelijk wijzigingen aan in de kwaliteit van het relationele leven. Samen met de ontwikkeling van vermijdingsgedrag en met verarming van de denkwereld, deden erzich een reeks van psychosexuele stoornissen voor, met een typische afname van de libido. Een derde tot een vierde van de onderzochte personen beleefden chronische en vernietigende fobische angsttoestanden welke gepaard gingen met dwangneurotische, dwangmatige gedragingen en/of met zware depressies. Er worden twee gevallen vermeld van waarnemingsstoornissen nauw verbonden met uitingen van ontbinding van de personnlijkheid.
13 pages
Source : Persée ; Ministère de la jeunesse, de l’éducation nationale et de la recherche, Direction de l’enseignement supérieur, Sous-direction des bibliothèques et de la documentation.

Sujets

• Sociologie, société et politique

Informations

• Publié par: DEVIANCE_ET_SOCIETE
• Publié le: 01 janvier 1989
• Nombre de lectures: 46
• Langue: Français
• Poids de l'ouvrage: 1 Mo

Extrait

François P. Monnet
A. Soussy
P.B. Monnet
O. Diamant-Berger
Approche psychopathologique de victimes de violences
sexuelles à partir de l'expérience du service médico-judiciaire de
l'Hôtel-Dieu à Paris
In: Déviance et société. 1989 - Vol. 13 - N°4. pp. 339-351.
Citer ce document / Cite this document :
Monnet François P., Soussy A., Monnet P.B., Diamant-Berger O. Approche psychopathologique de victimes de violences
sexuelles à partir de l'expérience du service médico-judiciaire de l'Hôtel-Dieu à Paris. In: Déviance et société. 1989 - Vol. 13 -
N°4. pp. 339-351.
doi : 10.3406/ds.1989.1158
http://www.persee.fr/web/revues/home/prescript/article/ds_0378-7931_1989_num_13_4_1158Résumé
23 sujets vicimes de violences sexuelles, recrutés à partir d'une unité d'urgence spécialisée, ont été
évalués 5 à 16 mois après l'agression, à un stade qui, pour de nombreux auteurs, est celui des
séquelles. L'attention s'est focalisée plus particulièrement sur les modifications du mode de vie sociale,
apparues dans les suites de l'agression. Cette organisation fonctionnelle nouvelle de l'individu se
traduisait par un sentiment de tension, avec l'apparition de méfiance, d'impatience et d'irritabilité
sociales, altérant de façon notable la qualité de vie relationnelle. Parallèlement au développement de
conduite d'évi- tement et à l'appauvrissement du mode de pensée, s'établit un cortège de troubles
psychosexuels, à type de baisse de la libido. Un tiers à un quart des sujets évalués ont développé, sur
un mode chronique et invalidant, des états anxio- phobiques avec conduites obsessives compulsives
et/ou des états dépressifs majeurs. Deux cas, ayant présenté des troubles perceptifs associés à des
manifestations dissociatives, sont rapportés.
Abstract
23 victims of sexual violences, chosen from a specialized emergency unit, have been evaluated 5 to 16
months after the agression, at a stage which for many authors is that of the after effects. The attention is
more particularly focused on the modifications of the social lifestyle following the agression. This new
functional organization of the individual is accompanied with a feeling of tension, distrust, impatience
and social irritability, greatly changing the quality of the social life. Along with the development of
avoidance behaviours and an impoverishment of the way of thinking, one can notice the appearance of
psychosexual troubles of the type of a decrease of libido. One third to one fourth ot the subjects that
have been examined have developed, on a chronical and invalidating mode, anxio-phobic states with
obsessive compulsive behaviours and/or major depressive states. Two cases having shown perceptive
troubles associated with signs of dissociations are reported.
Zusammenfassung
Die Entwicklung von 23 Opfern sexueller Gewalttaten, die ausgehend von den Daten einer
spezialisierten Notfalleinheit rekrutiert wurden, wurde 5 bis 16 Monate nach der Agression, also zu
einem Zeitpunkt, zu dem vielen Autoren zufolge Spätfolgen auftreten, ausgewertet. Dabei wurde den
Verànderungen im sozialen Leben, die als Folge des Angriffs aufgetreten sind, besondere Aufmerk-
samkeit geschenkt. Die neue funktionelle Organisation des Einzelnen übersetzt sich in ein Gefiihl der
Spannung, welches zugleich mit dem Erscheinen von Misstrauen, Ungeduld und sozialer Irritierbarkeit
die Qualität seiner Beziehun- gen wesentlich verändert. Parallel zu der Entwicklung von
Verhaltensweisen der Vemeidung und der Verarmung des Geisteslebens stellt sich eine Reihe von
psychosexuellen Störungen, so die Verminderung des Libido, ein. Ein Drittel bis zu einem Viertel der
beobachteten Personen hat chronische Angstzustände und Phobien entwickelt, verbunden mit
zwanghaften Verhaltensweisen und/oder grösseren depressiven Zuständen. Zwei Fälle werden
berichtet, bei welchen perzeptorische Störungen, verbunden mit dissoziativen Erscheinungen,
festgestellt wurden.
23 slachtoffers van sexueel geweld, gekozen uit een gespecialiseerde afdeling voor spoedgevallen,
werden 5 à 16 maanden na de geweldpleging bevraagd. Volgens vele auteurs is dat de période van
pijnlijke nawerking. De aandacht ging heel in het bijzonder naar de veranderingen in de sociale
levenswijze, zoals die als gevolg van de geweldpleging tot uiting komen. Deze nieuwe functionele
organisatie van het individu manifesteerde zich in een gevoel van spanning, gepaard gaande met
wantrouwen, ongeduld, sociale prikkelbaarheid en zij bracht duidelijk wijzigingen aan in de kwaliteit van
het relationele leven. Samen met de ontwikkeling van vermijdingsgedrag en met verarming van de
denkwereld, deden erzich een reeks van psychosexuele stoornissen voor, met een typische afname
van de libido. Een derde tot een vierde van de onderzochte personen beleefden chronische en
vernietigende fobische angsttoestanden welke gepaard gingen met dwangneurotische, dwangmatige
gedragingen en/of met zware depressies. Er worden twee gevallen vermeld van
waarnemingsstoornissen nauw verbonden met uitingen van ontbinding van de personnlijkheid.Déviance et Société , 1989, Vol. 13, No 4, pp. 339-351
APPROCHE PSYCHOPATHOLOGIQUE DE VICTIMES
DE VIOLENCES SEXUELLES
À PARTIR DE L'EXPÉRIENCE DU SERVICE
MÉDICO-JUDICIAIRE DE L'HÔTEL-DIEU À PARIS
RP. MONNET* A. SOUSSY**, P.B. MONNET***
et O. DIAMANT-BERGER**
Force est de constater que les conséquences psychologiques et psychiatri
ques des viols sont méconnues en Europe. Dans l'agglomération parisienne, ce
crime est rapporté, cependant, plus de 200 fois par an (Franche et Dufly Ste
wart, 1984), alors que son incidence annuelle est estimée, pour cette aire géogra
phique, à plus de 100 cas (Lecomte, 1984).
Le corps médical français adopte, vis-à-vis de la victime de viol, deux con
duites distinctes. D'une part, l'évaluation médico-légale: l'examen clinique éta
blit l'inventaire des marques de violences (Chevrant-Breton et al., 1981 ; Roche
et al.) et reconnaît la réalité du viol. De cet examen est née une épidémiologie
descriptive qui définit au mieux le profil de la victime et les facteurs de risques
pour ce crime (Garnier; Petit et Geille, 1973; Proust et Duval, 1987). D'autre
part, l'attitude victimologique: l'analyse de la morbidité présentée par la vic
time (Chevrant-Breton et al., 1981 ; Holmes et William, 1979) et les considérat
ions socio-psychologiques (Glezer, 1981) de cette agression remplacent l'ex
amen de crédidibilité auparavant systématique (West et Hughes, 1983) et dont
l'avantage essentiel est de ne pas entériner cette suspicion du «discours d'une
femme suspecte et déshonorée d'avoir suscité une pulsion libidinale» (Robert
et al).
La conscience sociale s'est forgée le moule d'une femme propriété de
l'homme (Gonin et Daligaud, 1983; Wyer et al., 1985). Ce fait de société est
repris régulièrement par la presse (Ledermann, 1987) et a fait des mouvements
féministes, les instigateurs de la réforme du code pénal: art. 332 et suivants de
la loi du 23 décembre 1980.
Les symptômes, présentés par les victimes après de tels actes de violence
sexuelle, affectent aussi bien l'état physique et psychologique, que la capacité
de réintégration sociale de l'individu (Adams-Tucker, 1982; Chevrant-Breton et
* Hôpital Louis-H.-Lafontaine.
•• de l'Hôtel-Dieu.
•*♦ I.HEI.II87.
339 1981 ; Gorcey et al., 1986; Katz et Mazur, 1979; Peters et al., 1976). Ils ont al.,
été rapportés à «l'état de stress post-traumatique» du DSM III (American
Psychiatrie Association, 1980; Holmes et Lawrence, 1983).
Depuis le développement d'instruments de mesure, en psychopathologie
quantitative, et leur standardisation, des études plus systématiques ont été
menées outre-Atlantique essentiellement, grâce, en particulier, aux critères du
DSM II (Adams-Tucker, 1982), des Research Diagnostic Criteria (RDC) )Franck
et al., 1979), de l'Inventaire Multiphasique de Personnalité du Minnesota
(MMPI) (Streit-Forest et Goulet, 1987), de l'Inventaire d'Etat Anxieux (STAI)
et de l'Inventaire de Dépression de Beck (BDI) (Franck et al., 1981 ; Gorcey et
al., 1986; Santiago et al., 1985). Les profils psychopathologiques des victimes
se précisaient autour de trois entités nosologiques (Ellis, 1983; Franck et al.,
1981 ; Franck et Dufly Stewart, 1984; Gorcey et al., 1986; Kilpatrick et al., 1981 ;
Santiago et al., 1985), en fonction du décours temporel:
a) l'anxiété;
b) la dépression;
c) l'altération du fonctionnement social.
a) Les alt&#