Negenendertigste Overzicht van de werkzaamheden van de Raad

Council Of The European Union

Sujets

• Annual report
• Common Agricultural Policy
• Council of the European Union
• Common Fisheries Policy
• Economie gestion

Informations

• Publié par: COUNCIL-OF-THE-EUROPEAN-UNION
• Nombre de lectures: 10
• Langue: Nederlandse
• Poids de l'ouvrage: 3 Mo

Extrait

Secretariaat-generaal van de Raad
der Europese Gemeenschappen
NEGENENDERTIGSTE
OVERZICHT
VAN DE WERKZAAMHEDEN
VAN DE RAAD
(Verslag van de Secretaris-Generaal)
1 JANUARI — 31 DECEMBER 1991 Secretariaat-generaal van de Raad
der Europese Gemeenschappen
NEGENENDERTIGSTE
OVERZICHT
VAN DE WERKZAAMHEDEN
VAN DE RAAD
(Verslag van de Secretaris-Generaal)
1 JANUARI — 31 DECEMBER 1991 Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publikatie.
Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen,
1993
ISBN 92-824-1030-7
© EGKS-EEG-EGA, Brussel · Luxemburg, 1993
Printed in Germany Inhoud
Inleiding 5
HoofdstukI — Werking van de instellingen 7
A—DeRaad7
Β—Intergouvernementeleconferenties9
C — Parlementaire aangelegenheden10
D — Hof van Justitie23
E — Verdragen 24
HoofdstukII—Interne markt27
A—Douane­unie— Vrij verkeer van goederen — Telecommunicatie—
Industriebeleid— Transeuropese netwerken — Mededinging—
Fraude27
Β—Rechtvanvestiging en vrij verrichten van diensten45
C—Intellectueleeigendom55
Hoofdstuk III — Economisch en sociaal beleid 59
A — Economische, financiële, fiscalevraagstukkenen exportkre­
dieten 59
Β—Sociaalbeleid66
C—Regionaalbeleid77
D—Energiebeleid79
E—Vervoer86
F—Onderzoekentechnologische ontwikkeling 101
G—Milieu—Civiele bescherming105
H—Beleidophetgebied van de volksgezondheid—Consumenten..115
I — Onderwijs — Cultuur118
Hoofdstuk IV — Buitenlandse betrekkingen en ontwikkelingssamen­
werking 123
A — Handelsbeleid123
Β — Betrekkingenmetdegeïndustrialiseerde landen 129C — Betrekkingen met de Sovjet­Unie en haar republieken en met de lan­
den van Midden­ en Oost­Europa 133
D — Ontwikkelingssamenwerking138
E — Betrekkingen met deACS­statenendelanden en gebiedenoverzee146
F — Middellandse Zee —Golf—Euro­Arabische dialoog 152
G — La tij ns­Amerika — Azië — Zuid­Afrika157
H — Noord­Zuiddialoog 165
Hoofdstuk V —Gemeenschappelijkvisserijbeleid 167
A — Communautaireregelinginzakeinstandhoudingenbeheer vande
bestanden167
Β — Technische instandhoudingsmaatregelen168
C — Gemeenschappelijke ordening der markten169
D — Visserijbetrekkingen tussen de Gemeenschap en bepaalde derde
landen 171
E—Internationale organisaties174
F—Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid175
HoofdstukVI— Gemeenschappelijk landbouwbeleid177
A—Beleidslijnen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid177
Β—Beheervan het k d182
C — Landbouwstructuren191
D — Financiële en agromonetaire aspecten 194
E — Internationale landbouwaangelegenheden195
F — Harmonisatie van de wetgevingen197
Hoofdstuk VII — Begroting van deGemeenschap — Statuut van het
personeel 203
A — Financiëlevooruitzichten203
Β — Begrotingsprocedure1992208
C — Follow­upvandebegrotingsprocedure 1991 215
D — Andere begrotingskwesties217
E — Statuut van het personeel219
Tabel 223
Afkortingen225
Register229Inleiding
Het jaar 1991 stond in het teken van een aantal belangrijke gebeurtenissen.
A Is eerste daarvan moet ongetwijfeld de afronding van de twee intergouvernemente­
le conferenties worden genoemd. Doel van deze eind 1990 geopende conferenties was
de Verdragen te herzien ten einde een Politieke Unie en een Economische en Mone­
taire Unie tot stand te brengen.
De werkzaamheden van deze conferenties vonden hun beslag in het Verdrag betref­
fende de Europese Unie met als hoofdpunten de geleidelijke verwezenlijking van een
Economische en Monetaire Unie, waarbij uiteindelijk een gemeenschappelijke munt
wordt ingesteld, de invoering van het begrip Europees burgerschap, de uitbreiding
van het actiegebied van de Gemeenschap en een versterking van de democratische
legitimiteit. Daarnaast voorziet het nieuwe Verdrag enerzijds in een gemeenschappe­
lijk buitenlands en veiligheidsbeleid, dat de identiteit en de rol van de Unie op het
internationaal vlak dank zij het voeren van gemeenschappelijke acties zal bevesti­
gen, en anderzijds in systematische samenwerking op het gebied van justitie en bin­
nenlandse zaken.
Voor wat de zuiver communautaire activiteiten betreft heeft de Raad op alle terrei­
nen, met inbegrip van de fiscaliteit en het vervoer, de noodzakelijke werkzaamheden
met het oog op de totstandbrenging van de interne markt actief voortgezet; eind 1991
is met betrekking tot 85 % van de in het witboek genoemde wetsinstrumenten een
besluit of een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld. De Raad heeft eveneens ver­
scheidene belangrijke teksten aangenomen op het gebied van het milieu en het beleid
inzake onderzoek en ontwikkelingen een aanvang gemaakt met een algehele bezin­
ning op de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Op het vlak van de externe betrekkingen heeft de Gemeenschap getracht adequaat
in te spelen op de talrijke vraagstukken in verband met de mutaties die in Europa
hebben plaatsgevonden. De onderhandelingen met de E VA-landen over de invoering
van de Europese Economische Ruimte zijn afgerond en er zijn overeenkomsten ge­
sloten met Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije voor uitbreiding en versterking van
de samenwerking, met het oog op een steeds grotere onderlinge toenadering tussen
de Gemeenschap en deze landen. Voorts heeft de Gemeenschap zich er in verschil­
lende vormen en kaders toe verbonden de Sovjet- Unie en haar republieken te helpen
bij hun pogingen de economie te saneren. Met betrekking tot de industrielanden buiten Europa heeft de Gemeenschap de dia­
loog, met name met Japan, voortgezet en geïntensiveerd; met dit land is een gemeen­
schappelijke verklaring aangenomen naar het voorbeeld van de transatlantische ver­
klaringen die al eerder zijn met de Verenigde Staten en Canada.
De op 15 december 1989 te Lomé ondertekende vierde ACS-EEG-overeenkomst is
op 1 september 1991 van kracht geworden, nadat de ratificatieprocedures in de Lid-
Staten, de Gemeenschap en een voldoende aantal ACS-staten waren afgerond. Te­
vens zijn er verscheidene samenwerkingsovereenkomsten met landen in /^iy/is-
Amerika en Azië ondertekend of van kracht geworden, hetgeen getuigt van het aan­
houdende streven naar versterking van de banden tussen deze delen van de wereld
en de Gemeenschap.
De Gemeenschap heeft er op velerlei wijze naar gestreefd een stabiliserende rol te
spelen tijdens de moeilijke omstandigheden waarmee de wereld in 1991 werd gecon­
fronteerd, te weten de Golfoorlog en de Joegoslavische crisis. In aansluiting op de
tenuitvoerlegging van het vernieuwde Middellandse-Zeebeleid vonden onder meer
de onderhandelingen overen de ondertekening plaats van de vierde financiële proto­
collen met de landen van de Maghreb, de Machrak en Israël.
Onder de overige externe activiteiten van de Raad zij tot slot gewezen op de onderte­
kening op 17 december te Den Haag van een Europees Energiehandvest, waarmee
de grondslag is gelegd voor paneuropese samenwerking op het vlak van de energie­
produkt ie en -voorziening.
Tegen deze achtergrond van consolidering van het acquis op alle gebieden, grote acti­
viteit op het externe vlak en voorbereiding van de toekomstige stadia van de ontwik­
keling van de Gemeenschap, tekent zich een nieuwe uitbreiding af nu Zweden op
1 juli 1991 een verzoek om toetreding heeft ingediend en de Commissie haar advies
over de toetreding van Oostenrijk heeft toegezonden.
Al deze gebeurtenissen hebben hun stempel gedrukt op de gang van zaken in de Ge­
meenschap in 1991 en bijgedragen tot de voorbereiding van de grote ontwikkelingen
die de Gemeenschap in de komende jaren te wachten staan, te beginnen met de volle­
dige en definitieve totstandbrenging van de interne markt op I januari 1993.
*
Tòt slot zij nog vermeld dat de Raad tijdens de 83 zittingen die in 1991 zijn gehouden,
in totaal 327 verordeningen, 115 besluiten en 63 richtlijnen heeft aangenomen.
Dit overzicht werd samengesteld door de diensten van het Secretariaat-generaal van
de Raad onder verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal, en is als documenta­
tie voor het publiek bedoeld. Hoofdstuk I —
Werking van de instellingen
A — De Raad
1. Het voorzitterschap van de Raad werd in de eerste helft van 1991 waargenomen
door Luxemburg, in de tweede door Nederland. De zittingen in het eerste halfjaar
stonden onder voorzitterschap van:
de heer Alex Bodry minister van PTT, Milieubeheer en Energie
mevrouw Mady staatssecretaris van Jeugdzaken
Delvaux-Stehres
de heer Robert Goebbels minister van Vervoer en Economische Zaken
de heer Jean-Claude Junckerr van Financiën en Arbeid
de heer Johny Lahure minister van Volksgezondheid
minister van Buitenlandse Zaken de heer Jacques F. Poos
de heer René Steichen minister van Landbouw, gedelegeerd minister
van Cultuur en Wetenschappelijk Onderzoek
staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de heer Georges Wohlfart
Buitenlandse Handel en Samenwerking
De zittingen in het tweede halfjaar stonden onder voorzitterschap van:
minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke de heer JG.M. Al