De Prins en Johan de Witt - of ons land in het tweede tijdperk der eerste stadhouderlooze regeering
99 pages
Nederlandse

De Prins en Johan de Witt - of ons land in het tweede tijdperk der eerste stadhouderlooze regeering

-

Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres
99 pages
Nederlandse
Le téléchargement nécessite un accès à la bibliothèque YouScribe
Tout savoir sur nos offres

Informations

Publié par
Publié le 08 décembre 2010
Nombre de lectures 44
Langue Nederlandse
Poids de l'ouvrage 2 Mo

Extrait

The Project Gutenberg EBook of De Prins en Johan de Witt, by P. J. Andriessen This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.net Title: De Prins en Johan de Witt of ons land in het tweede tijdperk der eerste stadhouderlooze regeering Author: P. J. Andriessen Release Date: January 18, 2007 [EBook #20391] Language: Dutch Character set encoding: ISO-8859-1 *** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE PRINS EN JOHAN DE WITT *** Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ [Inhoud] De Prins en Johan de Witt Of Ons land in het tweede tijdperk der eerste stadhouderlooze regeering. DE PRINS EN JOHAN DE WITT OF ONS LAND IN HET TWEEDE TIJDPERK DER EERSTE STADHOUDERLOOZE REGEERING. DOOR P. J. ANDRIESSEN. VIJFDE DRUK. LEIDEN.—A. W. SIJTHOFF’ S UITG.-MIJ. [Inhoud] INHOUD. Eerste Hoofdstuk. De tienjarige Leidsche Student 1 Tweede Hoofdstuk. Een zeeman, die nog al wat te vertellen heeft 16 Derde Hoofdstuk. Waarin verhaald wordt, hoe de Prins zijne moeder nareisde 30 Vierde Hoofdstuk. Welke plannen drie krullenjongens voor de kermis maakten 43 Vijfde Hoofdstuk. Hoe gevaarlijk het kan worden, om des Zondags de kerk te verzuimen 56 Zesde Hoofdstuk. Hoe een slimme Raadpensionaris een nog slimmeren Prins niet kon doorgronden 66 Zevende Hoofdstuk. Hoe een echt Hollandsche jongen zich wreekt 81 Achtste Hoofdstuk. Een dure slaapkameraad 97 Negende Hoofdstuk. Waarin wij een ouden kennis ontmoeten, die het ver gebracht heeft in de wereld 113 Tiende Hoofdstuk. Waaruit blijkt dat het hier niet altijd voor den wind ging 131 Elfde Hoofdstuk. Wat er met den Prins op het buurtmaal voorviel en wat de Raadpensionaris daarover zeide 142 Twaalfde Hoofdstuk. Hoe Johan de Witt zijn plan volvoerde 157 Dertiende Hoofdstuk. Hoe de Raadpensionaris rekenles gaf 176 Veertiende Hoofdstuk. Hoe onze vloot de Engelschen tuchtigde 194 Vijftiende Hoofdstuk. Wat er met den Prins in Z e voorviel 209 e l a n d [Inhoud] VOORBERICHT. Het is een algemeen betreurd feit, dat van de jeugd onzer groote mannen slechts weinig of niets bekend is. En geldt dit ten aanzien van hun o p leven, de leemte doet zich nog sterker gevoelen, wanneer e n b a a r men uit hun i n leven wenscht te putten. m ontken dan ook niet, dat mij de samenstelling van dit t i e Ik boek ontzaglijk veel onderzoek en nasnuffelen heeft gekost, want onze vroegere auteurs gaven nooit veel meer dan een histoire de bataille; verlangt men dus een histoire intime, dan moet men die uit tal van werken oprakelen. Toch durf ik zeggen, dat ik gelukkig ben geweest; daar ik hier mijnen lezers eene geschiedenis van de jeugd van onzen onsterfelijken W i III mag aanbieden, waarin alle voorvallen l l e m historisch zijn, op slechts twee1 na, van welke twee ik toch de verzekering durf geven, dat zij niet uit de lucht zijn gegrepen, maar geheel en al op het karakter van den jongen Prins berusten. In ’t bijzonder vinden zij dan ook hier de betrekking van den jeugdigen Oranjevorst tot den eersten man van zijn tijd, den eenigen J o h .a n d e W i t t Ik heb mij dus hier op een nieuw terrein begeven: vaderlandsche karakterkunde. Ik oordeel die hoogst noodig voor mijne jeugdige lezers. Daarenboven kunnen zij uit dit boek weder veel leeren. Zij zullen er den voortgang der beschaving in vinden en ook eens in de vertrekken der aanzienlijken rondkijken, waartoe mijne andere werkjes minder aanleiding gaven. De toenmalige buurtvereenigingen schenken hun een nieuwen blik in dien tijd; terwijl een korte schets van een begrafenismaal hen weder met een eigenaardig gebruik onzer voorvaderen bekend maakt. De verdere geschiedenis van D e met R den krijg in het Noorden en de tweede Engelsche oorlog behoorden tot dit tijdperk, dat ik tot 1668 heb laten loopen, omdat men kan zeggen, dat in genoemd jaar de eigenlijke jeugd van den Prins eindigde met zijne mondigverklaring. Ik heb bij dezen druk niets te voegen, dan aanbeveling van mijnen arbeid in de voortdurende welwillendheid mijner landgenooten. P. J. ANDRIESSEN. u y t e Sedert de gevierde Schrijver bovenstaand Voorbericht schreef, heeft dit boeiend verhaal meerdere drukken moge beleven. Thans wordt aan de Nederlandsche jeugd een vijfde druk aangeboden, welke zich van de vorigen gunstig onderscheidt door de flinke letter op mooi, stevig papier en de keurige illustraties in en buiten den tekst, die de aantrekkelijkheid van dit boek ongetwijfeld hebben verdubbeld. Moge dit door verdubbelde belangstelling blijken! DE UITGEVER. 1 Dat op het ijs en dat op de werf. [1] [Inhoud] EERSTE HOOFDSTUK. DE TIENJARIGE LEIDSCHE STUDENT. Wanneer wij, mijne jonge lezers, op Dinsdagmorgen den 28sten September 1660, langs het R a pte L e e waren gewandeld,edan zouden wij hebben blijven stilstaan n i b d u r n g voor een groot gebouw op den hoek van de L a n(toen V g e o b );d l r hetwelk echter thans niet meer bestaat en sedert vervangen is door aanzienlijke woonhuizen. Dat oude gebouw ziet er allesbehalve aanlokkelijk uit met zijne drie ramen in de benedenverdieping en zijne dertien in de bovenste, alle met traliën voorzien en in tweeën verdeeld; het onderste gedeelte door twee luikjes van buiten gesloten. Wat steken die kleine, als ruiten gesneden en in lood gevatte glazen treurig af tegen de drie spitse en met sierlijke torentjes bezette geveltjes, de beide uiterste van één, de middelste van drie zolderramen voorzien. De naast het huis gebouwde poort, door een schildwacht bewaakt en die den eenigen toegang tot het huis geeft, dient er weinig toe om ons tot binnentreden uit te lokken. Bijna zouden wij meenen, dat het een gevangenis was; doch dan zouden de bovenramen ook van ijzeren traliën voorzien zijn. Dan een klooster? vraagt gij. En hierin hebt gij zoo geheel en al geen ongelijk, ofschoon ’t wel te verwonderen zou zijn, als men nog ten jare zestienhonderd en zestig binnen de stad L e een i klooster vond. Ik wiln ’t raadsel oplossen. d e u e u r g s g r [2] Het gebouw, voor ’twelk wij staan, was vóór het beleg en ontzet der stad1 een klooster, gewijd aan de heilige Barbara en bewoond door nonnen van de Sint Franciscusorde. Nadat de benarde veste echter voor goed van ’t Spaansche juk verlost was, werd het in 1575 ingericht tot academie. Toen deze later in een ander gebouw was overgeplaatst, werd het vroegere St.-Barbara-klooster op stadskosten opgeknapt en geschikt gemaakt tot een verblijfplaats voor onze Prinsen, wanneer die te L e vertoefden; terwijle i d n het tevens tot huisvesting diende voor vorstelijke personen. Zoo heeft, nu
  • Univers Univers
  • Ebooks Ebooks
  • Livres audio Livres audio
  • Presse Presse
  • Podcasts Podcasts
  • BD BD
  • Documents Documents